Leven van skiën
‘In het Heerschap Kufstein ligt de Keizer, een hoge berg die precies een kroon draagt.’ Al in de zeventiende eeuw sprak men over de ‘Wilder Kaiser’. Vandaag is dit natuurgebied in Noordelijk Tirol een fantastisch skigebied. Maar om dat allemaal draaiende te houden is veel werk nodig. We nemen een kijkje achter de coulissen van een wintersportgebied, maken sneeuw, coifferen de pistes en gaan ’s nachts de latten op.
- Uitstappen en vakanties
Postwirt
Dorf 83, Söll – derpostwirt.at
Fijn restaurant in het centrum van Söll. Onderdeel van het viersterrenhotel met dezelfde naam. Absolute Tirolerstijl, heerlijke pasta’s en vleesfondues.
Alpengasthof Hochsöll
Salvenberg 26, Söll - www.alpengasthof-hochsoell.at
Ideaal voor een lekkere middag tijdens je skidag, aan het bergstation van de kabelbaan Hochsöll. Het kan er erg druk zijn, maar de bediening is vlot, en de kaart uitgebreid, met gerechten die van lokale producten gemaakt zijn.
Franzlhof
Dorfbichl 37, Söll - www.franzlhof.com
Pasar logeerde in het knappe hotel Franzlhof, net buiten het kleine dorpje Söll. Nieuwe kamers, een uitmuntend wellnessdeel (met een ijskoude zwemvijver voor de geroutineerde saunagangers), vriendelijke service, vlak bij de skibus die je tot het dalstation van de skiliften brengt.
Alpeniglu
Unterer Sonnberg 13, Brixen im Thale - www.alpeniglu.com
Zin in iets totaal anders? Logeer dan in een heuse iglo op de skipistes van Hochbrixen. Romantisch en ijsheet: je slaapt op een bed van ijs in heerlijk warme slaapzakken. ’s Avonds eet je fondue aan de ijstafel.
De familie Mödlinger heeft niet alleen een hotel en een bioboerderij maar ook een aangename, rustige en bijzonder goed uitgeruste camping. Ook ’s winters is het hier fijn kamperen.
De luxecamping van het Franzlhof ligt net naast het hotel, op een keurig-vlakke en uitgestrekte weide, schurkend aan de woudgrens. Het uitzicht over de bergweiden en op de Hohe Salve en de Wilder Kaiser is ongeëvenaard.
Ook in de winter is de camping erg in trek, omdat ze alle voorzieningen biedt om een winterse kampeervakantie aantrekkelijk te maken (denk aan extra gas en bijbehorende slangen, en aparte douchecabines). Alles is er aanwezig om ook bij lage temperaturen te kamperen. En krijg je het toch even fris? Loop dan het restaurant van het hotel binnen, waar ook campinggasten meer dan welkom zijn. Of dompel je onder in de geneugten van het wellnessaanbod. Je kan zomer en winter op de camping terecht, alleen in november gaat ze dicht.
Avondskiën
Trek na het diner opnieuw je ski’s aan! Söll heeft het grootste ‘nachtskigebied’ van Oostenrijk: 10 km perfect verlichte pistes nodigen je uit voor een sfeervol avondje skiën. Je moet er wel een extra skipas voor kopen, maar dat is het zeker waard.
Sleeën
Huur een slee en glijd ’s avonds goed verlicht langs één van de twee rodelbanen. In Söll starten zowel de Hexenritt als de Mondritt: kies tussen heks en maan, en maak er een gezellige en voorzichtige glijtocht van.
Winterwandelen
Geniet met volle teugen van de charmante bergzichten rond de Wilder Kaiser langs een van de vele goed onderhouden winterwandelwegen.
Je hoeft niet altijd in fortissimo termen te spreken over de Alpen. Wie heeft er massa’s vierduizenders nodig om zich in de bergen te voelen als je op 900 kilometer van Brussel in de Noordelijke Kalkalpen meer dan 70 drieduizenders vindt? Ziehier het soort gedachten die door ons hoofd flitsen terwijl we van de blauwe piste van Söll naar beneden glijden. Lekker ontspannend, geen heisa, geen stress, geen strapatsen: gewoon ontspannen skiën door een waanzinnig mooi en goed onderhouden skigebied. We zijn deze ochtend vertrokken aan het dalstation van de Hochsölllift. Van daaruit ging het in één ruk naar de Hohe Salve, goed voor 1.892 meter. Gabriel Eder, manager van de kleine toeristische dienst van Söll, leest onze gedachten. ‘Je vindt dat niet hoog? Misschien klopt dat, maar SkiWelt Wilder Kaiser Brixental vormt een echt sneeuwgat: we zijn de eerste grote keten aan de noordkant van de Alpen, en dat bezorgt ons veel sneeuw. We hebben amper rotsen, en dus kan je al met pakweg 30 centimeter sneeuw behoorlijk skiën.’
Zuiver water wordt sneeuw
We zoeven langs een zwarte piste naar beneden, richting Keatalm. Van mei tot pakweg oktober lopen hier honderd gevlekte melkkoeien te grazen. Maar zodra er sneeuw valt, worden de beesten naar een van de 70 bioboerderijen in het dal gebracht. Want tijdens de winter is koning ski de baas in Wilder Kaiser. Andreas Pirchmoser weet daar alles van. Hij is de leider van de Bergbahnen Söll. De hele Skiwelt telt 90 liften, en 10 daarvan liggen op het grondgebied van Söll. Om de 35 kilometer pistes te onderhouden, heeft Pirchmoser een vloot van 11 pistebully’s: monsters op rupsbanden die de pistes een schone coiffure moeten geven. Maar Pirchmoser focust zich momenteel meer op de besneeuwing van de pistes.
Pardon? Na een maand van koude en droogte is er nood aan extra sneeuw. Als die niet vanzelf uit de lucht valt, moeten skigebieden een beroep doen op ‘besneeuwingsmachines’: kanonnen of lansen die water onder hoge druk de lucht inspuiten. Door de decompressie en de koude veranderen de waterdruppels meteen in ijskristalletjes die zo over de pistes neerdwarrelen. Söll doet dat op precies dezelfde manier als elke andere wintersportbestemming. Pirchmoser: ‘We besneeuwen ongeveer 95 hectaren land. Het water komt uit een van de vier stuwmeertjes die we daar speciaal voor ontworpen hebben. Puur, zuiver water, waar je tijdens de zomer in kan zwemmen, wordt ’s winters tot sneeuw gemaakt. Zie het als een circulair systeem, want als die sneeuw weer smelt, komt dat smeltwater finaal terug in die meertjes terecht.’ In een winterseizoen wordt ongeveer 380.000 m3 water opgepompt en naar sneeuwkanonnen en lansen gestuurd.
Ski’s voor de allerkleinsten
Onder de indruk van zoveel technologische hulp, glijden we verder het skigebied door. Wilder Kaiser is het grootste aaneengesloten skigebied van Oostenrijk, horen we van Janine Gugglberger, de marketingmanager van het skidomein. ‘We hebben 284 kilometer aan pistes. Een groot deel daarvan is blauw en rood, heel geschikt voor families met kinderen.’ Via Brixen skiën we langs perfect onderhouden pistes richting Scheffau, een van de dorpjes die samen het skigebied Wilder Kaiser vormen. Op de Brandstadlalm klikken we onze ski’s uit en nemen we een kijkje in het ‘Kinder Kaiserland’. Kinderen vanaf 2 jaar kunnen hier spelenderwijze kennismaken met sneeuw en wintersport. Oude rot in het vak Gerhard Told: ‘We hebben zelfs speciale skietjes voor de allerkleinsten ontwikkeld.’ Een groepje kids houdt een slalomwedstrijd. Ouders moedigen hun peuters en kleuters aan. Snoki, de held van de kinderskischool, deelt medailles uit en doet de kinderen dansen. Skiën is spelen.
Elke dag weer een gladgestreken piste
Om dat spelen mogelijk te maken, is behoorlijk wat werk nodig. Elke dag opnieuw rijden de 11 pistebully’s van Söll uit. Tot goed na middernacht effenen ze de pistes. Dat is nodig, want wie skiet, duwt de sneeuw naar beneden, en zorgt ervoor dat de pistes hobbelig gaan liggen. Elke avond weer zorgen de kappers van Söll dus voor een nieuwe snit. Florian is mecanicien. Overdag sleutelt hij met veel overgave aan de 10 ton zware pistemonsters. ‘Ze zuipen 30 liter benzine per uur. Elke bully heeft een tank van 300 liter. De motor is 530 pk sterk. Nieuw kost zo’n bully ongeveer 400.000 euro. Na 10 jaar zijn ze aan vervanging toe.’ Op de allersteilste pistes gebruiken de pistebully’s een katrolsysteem: een kabel van 1.000 meter – goed voor een extra ton aan gewicht – moet beletten dat de bully onder zijn eigen gewicht gaat wegschuiven.
De volgende morgen liggen de pistes er weer als nieuw bij. Het is een sisyfusarbeid: elke dag lijkt het meticuleuze onderhoudswerk een maat voor niets geweest te zijn. Honderdduizenden skiërs zorgen ervoor dat dagelijks een nieuwe onderhoudsbeurt van de pistes nodig is. Van woensdag tot zaterdag rukken de bully’s zelfs tweemaal uit. Tussen 16 en 18 uur zorgen ze voor een ‘quick haircut’, want om half zeven gaan de lichten aan langsheen 10 kilometer pistes. Dan vormen de lagergelegen pistes van Söll het decor voor een portie nachtskiën. Ook wij glijden onder het felle licht over perfect geprepareerde pistes naar beneden. Nachtelijk skiën – nu ja, om tien uur gaan de lichten weer uit – biedt een nieuwe ervaring, een extra dotje slagroom op de taart die wintersport heet.
‘’s Zomers is dit skigebied van hen’
Het meer waaruit Söll een groot deel van zijn water voor de sneeuwfabricatie pompt, ligt in het dal. Ware het niet logischer om dat meer boven op de alm te graven? Zeker, want nu moet een ingenieus pompsysteem water uit het meer pompen en het naar boven duwen op de berg, waar de sneeuwkanonnen en lansen staan. Maar toch ligt het meer beneden. Dat komt omdat de boeren uit het dal protesteerden. Een meer, daar groeit geen gras, en dus zou een bergmeer weideland afnemen van hun koeien. En de boeren uit Söll zijn heel milieubewust.
We horen dat van Peter Mödlinger. Peter loodst ons rond tussen de twintig koeien die hij tijdens de winter in de stal aan zijn boerderij houdt. Die staat pal naast het hotel van zijn ouders. Liefdevol streelt hij de wangen van Strauss. ‘Met dubbel s’, dicteert hij, ‘net als de componist’. Strauss brengt samen met haar negentien vriendinnen en een stuk of wat kalveren de zomer op de alm door. Waar wij vandaag voorbijskieden, eten ze het lekkerst denkbare gras, gemengd met bergkruiden. ‘Wij zijn bioboeren omdat onze dieren alleen biovoeder uit Oostenrijk te eten krijgen. Niks silovoeder. En zelfs tijdens de winter mogen ze om de twee dagen even de poten strekken en rondlopen op een overdekt stuk terras. ’s Zomers is de Keatalm van hen. Daar waar je gisteren nog een zwarte piste nam.’ De dieren geven jaarlijks zo’n 6.500 à 7.000 liter melk. Genoeg om van te leven? Deels krijgen ze Europese subsidies. Peter: ‘Biomelk is per liter 20 cent duurder. Gelukkig krijgen we een opslag van TirolMilch, het bedrijf dat onze melk afneemt.’ En wat als de koeien geen melk meer geven? ‘Dan maken we er biovlees van’, weet Peter.
Boerderij én vakantiedomein
Wintersport mag dan handenvol geld kosten, ze brengt natuurlijk ook aardig wat op. Want Peters ouders hebben niet alleen een boerderij, ze runnen ook het totaal vernieuwde en uitgebreide Franzlhof. Chique hotelkamers, een camping (zie kader), vrijstaande vakantiehuisjes en chalets, een restaurant en een zalige wellnessruimte: een enorme investering die de familie alleen maar doet omdat ze van het rendement overtuigd is. In één winterseizoen kan het skigebied SkiWelt Wilder Kaiser Brixental op iets meer dan één miljoen overnachtingen rekenen. Duitsers, Nederlanders, Britten en Belgen stranden met plezier in een van de vele hotels, boerderijen, campings, vakantiehuizen en appartementen. 12.000 gastenbedden moeten ervoor zorgen dat wintersport niet alleen een enorm kapitaalintensieve business is maar ook een lucratieve zaak blijft. Restaurants, hotels, winkels, hutten op de skipiste: ze nemen graag hun deel van de koek. Daarnaast moet de verkoop van skipassen voor een deel van de inkomsten zorgen: een skipas voor een week kost zo rond de 260 euro. Wintersport is een dure hobby.
Laatbarok meesterwerk
Söll zelf is een dorpje van niks, op amper 700 meter hoogte. Het heeft evenveel inwoners als toeristenbedden: zo’n 3.000. Maar het kerkje overtreft alle verwachtingen, merken we wanneer we door het dorpscentrum richting skilift lopen. Een laatbarok meesterwerk, met een binnenwerk dat aan een prentenboek doet denken: de inwoners hebben het over de ‘dom van de boeren’. Pompeus en schoon, bezinning na een dag skiën, met de geur van koeienvlaaien nooit veraf. Volgens kenners is de dorpskerk van Söll een van de mooiste laatbarokke kerken van de hele Alpen.
‘Dit moet je graag doen’
Maar goed, we lopen verder en nemen terug de lift naar Hochsöll. Daar hebben we een afspraak met Johannes. Hij rijdt de hele winter lang van 16 tot 2 uur met een pistebully rond, en wij mogen een eindje mee. Behendig coiffeert hij de skipiste. ‘Dit moet je graag doen, anders houd je het niet vol’, zegt hij. ‘Elke dag is anders. Ik doe het al achttien jaar, en daardoor ben ik ondertussen de chef geworden. ‘s Zomers ben ik kraanman, maar op het einde van de zomer verlang ik telkens opnieuw vurig naar de winter.’ Na een poos zet hij ons onder aan de pistes weer af. We wandelen naar ons hotel: de sauna wacht. In de verte – neen, in de hoogte – zien we de lichten van elf pistebully’s dansen. Werken om anderen een plezier te doen: het is een nobele bergdaad. We gooien nog een lepel water op de saunastenen en zweten rustig verder.