Duisburg

Tussen staal en strand

14 minuten leestijd

Reporter Chris Van Minnebruggen trok coronaveilig van Duisburg naar Stade. Van indrukwekkende resten van de staalindustrie naar honderd kastelen tot prachtige gildehuizen – je kijkt je ogen uit. Roestig is het Ruhrgebied geenszins.

reportage
  • Uitstappen en vakanties
Duisburg

Dag 1 - Duisburg

Walhalla voor fotografen

Wat doe je als de hele staal- en steenkoolindustrie in elkaar stort en je blijft zitten met een berg oud ijzer en een flink vervuilde bodem? ‘Je laat de hele handel staan en doet er wat origineels mee’, steekt gids Stephan Haas positief van wal. ‘Hier in Duisburg hebben we er een landschapspark van gemaakt. 250 voetbalvelden groot en gratis toegankelijk. Alleen voor rondleidingen en evenementen betaal je.’

Daar staan we dan, een stuk in de namiddag na een flinke treinrit, met het hoofd in de nek te kijken naar dreigende hoogovens, roestige silo’s, een labyrint aan buizen en een enorme gastank. ‘Daar werd het hoogovengas bewaard, een bijproduct van de ijzergieterij. Er zit nu een duikclub in. Ze hebben er een echte speeltuin van gemaakt met een schat, een neergestort vliegtuig, en plastic vissen’, maakt Stephan ons warm. Tegelijk rammelt hij met zijn sleutelbos voor een bezoek aan de giethal van Hoogoven N° 5. ‘Normaal kan je hier vrij op en af, maar de pandemie maakt dat onmogelijk. Dus, alleen in kleine groepen, handen ontsmetten, je weet wel.’

Terwijl we de oven beklimmen vertelt Stephan over het opzet van Landschaftspark Duisburg-Nord: ‘Elders in het Ruhrgebied gaat het over de geschiedenis van de staalindustrie. Hier leggen we de klemtoon op vrije tijd en ontspanning. Je kan wandelen, sporten of een paar uur in de touwen hangen op een avonturenparcours. Bij de bergsportvereniging kan je muurklimmen. De openluchtcinema kan bij regen zijn schuifdak sluiten. En ’s avonds zijn de industriële installaties kleurrijk verlicht. Een walhalla voor fotografen!’

Vijftig meter hogerop kijken we uit over een groen landschap met terrils, rokende koeltorens en het geel-blauwe logo van een of andere Zweedse meubelmaker. ‘Al dat groen is aangelegd door de fabrieken’, weet Stephan. ‘Om het stof dat uit de schoorstenen neersloeg op zijn plaats te houden.  Vandaag blijven die bomen nuttig, want ondertussen weten we dat de vervuiling negen meter diep zit. Dat kan je niet beginnen af te graven. Maar de natuur verovert opnieuw terrein. We tellen nu vijfhonderd plantensoorten. Hier krijgen vossen, vleermuizen, valken en de zeldzame rugstreeppad terug ruimte.’

Dag 2 - Münsterland

100 kastelen met de fiets

We schuiven op naar het noorden van deelstaat Noordrijn-Westfalen, het Münsterland. Ik probeer me een zomer in te beelden in het parkdomein van Burg Hülshoff in Havixbeck. Een lichte bries die de lage takken van een treurwilg over de slotgracht wuift, het gekwetter van vogels, een paar zwanen glijdend over het water. Helaas, onder paraplu’s trippelen we de brug naar de binnenkoer over, vegen uitvoerig voeten en lopen een houten trap op die kraakt alsof hier geschiedenis is geschreven. Dat is ook zo, want niemand minder dan de voor ons volstrekt onbekende Annette von Droste-Hülshoff is hier geboren. In Duitsland buigen middelbare Schüler zich zuchtend over haar poëzie. Van een audiogids – in het Nederlands! – leer ik dat Annette zowat de belangrijkste dichteres uit de Biedermeiertijd was. Streng christelijk, heel waarschijnlijk hoogbegaafd en enorm teleurgesteld in de liefde. Het is de bedoeling dat het waterslot uitgroeit tot een belangrijk literair centrum.

Interessanter is dat het deel uitmaakt van de 100 Schlösser Route, een 960 kilometer lang feest voor fietsers door het hele Münsterland, opgedeeld in vier lussen van 200 tot 300 kilometer. Dat maakt ze behapbaar voor een korte vakantie. Kunsthistorica Christine Kolm praat er met vuur over. ‘Het Münsterland heeft een massa prachtige herenhuizen, waterburchten en kastelen. Lang niet allemaal toegankelijk, maar toch zijn ze een troef voor onze regio die toeristisch sterk inzet op fietsen. Tegelijk weten we dat veel, vaak adellijke eigenaars het moeilijk hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. Het onderhoud van een kasteel is hen een blok aan het been, maar daar lopen ze niet graag mee te koop. Dus ben ik degene die hen benadert en naar hun verhalen luistert. Dat rijke verleden vertellen we graag aan bezoekers. Tegelijk probeer ik hen ervan te overtuigen hun domein, hun eigendom open te stellen. Al was het maar bij gelegenheid. Dus organiseert de een rondleidingen, kan je bij een ander naar kleine concerten of een ambachtenmarkt. Noem maar op.’

Bevrijd van de wederdopers

Een halfuur later staan we voor de Dom van Münster. Net als de rest van de stad grotendeels platgebombardeerd in WO II, maar van de nood hebben ze een deugd gemaakt. De kathedraal is puntgaaf hersteld. Het kunst- en cultuurmuseum Westfalen vlakbij vult als een wel heel moderne monoliet een andere oorlogskrater. Op het immense plein strijken elke week bioboeren en lokale producenten uit de wijde omtrek neer met marktdag. Maar de fietsvriendelijke studentenstad met zijn groene oases, zijn waterpartijen aan de stadsrand en kunst in de openlucht gonst pas echt rond de winkelgalerijen van de Prinzipalmarkt.

Kijk even omhoog naar de toren van de Sint-Lambertuskerk. Zie je die drie smeedijzeren kooien hangen? Daar kwamen de lijken van wederdoper Jan van Leiden en kompanen te hangen nadat ze van Münster een paar jaar lang hun Nieuw Jeruzalem hadden gemaakt. Toen Jan het als zelfverklaarde koning veel te bont maakte in de stad, sloeg de bisschop in 1536 keihard terug. De kooien werden uitgehangen als stichtend voorbeeld voor de goegemeente. Per slot van rekening woedden er in die dagen hevige godsdiensttwisten in Europa. Je kon niet al te fijngevoelig zijn om je gelijk af te dwingen.

Geen boogscheut verderop loop je links het mooie stadhuis in, recht de historische Friedenssaal binnen. Hier werd recht gesproken, hier werd de Vrede van Münster getekend. Die maakte een eind aan de Tachtigjarige Oorlog, een eindeloos op elkaar inhakken tussen Spanje en de Verenigde Nederlanden. In deze zaal zeiden ze elkaar een welgemeend ‘vaarwel en tot hopelijk nooit meer’.  Daar kwam nogal wat volk bij kijken, ook al omdat hier gelijk een stuk van de Vrede van Westfalen werd getekend want ook Frankrijk wilde af van de Spanjaarden. De zevenendertig portretten van de onderhandelaars hangen er boven de lambrisering. Allemaal geschilderd door Jan Baptist Floris, verdienstelijk lid van de Sint-Lucasgilde uit Antwerpen.

Dag 3 - Nedersaksen

Nostalgie in de vuurtoren

Een nachtje slapen en 260 kilometer verder strekken we de benen bij de vuurtoren van Obereversand. Een pikzwart baken, hoog boven de vloedlijn. Nostalgie gebiedt dat vuurtorens in zee staan, drie keer groter dan deze, in rood en wit, heldhaftig tussen onstuimige golven. Vuurtorenwachter Hanno Fischer weet beter: ‘Ja, dit exemplaar stond vroeger in zee. En nee, de Waddenzee is kalm en ondiep. Zelden onstuimige golven hier. Dat zwart is trouwens heel praktisch. De buitenschil is van metaal. De zwarte laag beschermt tegen erosie door het zilte water en houdt de warmte bij, want het kan koud zijn op zee.’

Tot 2003 hield de toren vrachtschepen, onderweg naar Hanzesteden als Bremen, Stade en Hamburg aan de Elbe, op een veilige afstand van de kustlijn. ‘Een wacht op de vuurtoren duurde zes weken’, doceert Hanno. ‘Twee vuurtorenwachters wisselden elkaar af. Dag en nacht was er iemand op de uitkijk. Op de benedenverdieping bewaarden ze hun voorraad eten en drank, boven hadden ze hun privévertrekken en nog hoger hun werkplek onder de grote lamp.’ We volgen Hanno op de smalle houten trap, kijken door een patrijspoort uit over het grijze wad en wringen ons gemaskerd rond de kleine eettafel. Achter me een stapelbed in de alkoof. Ze hadden tenminste elk hun eigen bed, zie ik. In de hoek een klein geëmailleerd fornuis, houtgestookt in die tijd. Houten schrootjes tegen de wand, een paar postkaarten, wat boeken en lucifers. Wat als dit hier in de fik schiet?

Op de werkverdieping hadden ze meer uitkijk, de wachters. Het logboek ligt open op tafel. De laatste aantekening vertelt ons zakelijk dat de toren op 22 januari 2003 hier naartoe is versleept. De inktpot en kroontjespen rusten naast een asbak met pijp. Een grote verrekijker ligt grijpklaar. Als er wat gebeurde, klom een torenwachter met seinvlaggen naar buiten om een schip in de problemen te waarschuwen. Nummer twee zette zich aan de telegraaf om Bremerhaven in te seinen met morsetekens. Na afloop werd elk incident in het logboek beschreven.

Als om te tonen hoe overbodig de vuurtoren is, hangt er bij het onthaal een monitor waarop elk schip te zien is. Inzoomend zie je wat er allemaal maneuvreert tussen zee en Elbe. Uitzoomend deins je achteruit van de drukte op Het Kanaal en scrol je naar Singapore, South Louisiana en de rest van de maritieme wereld. Radar en satellietverbindingen doen de rest.

Uit eten bij de bierknecht

Bezoek een oude Hanzestad en de middeleeuwen waaien je toe. Ook Stade aan de Schwinge was zo’n handelsstad aan het water, welstellend door goede afspraken onder handelaars en onderlinge bescherming. ‘De koopwaar kwam recht naar het centrum, tot bij de Fischmarkt’, zegt Herr Dr. Michael Bickel. ‘Achter de gevels waar nu terrassen staan, hielden handelslui kantoor en stapelden ze hun koopwaar. Je ziet ook het Museum Schwedenspeicher staan. Daar bewaarde het Zweedse garnizoen zijn voorraden toen ze in de 17de eeuw stad en omgeving bezetten. De bevolking moest dan wel een deel van haar opbrengst afstaan aan het leger, ze deed dat allerminst van harte. Dus ging de opbrengst hier achter slot en grendel, aangevuld met eigen voorraden uit de heimat.’

Dr. Bickel vertelt het in een uitstekend Nederlands, met Vlaamse tongval zelfs. ‘Ik heb bijna dertig jaar in Mol gewoond en gewerkt’, laat hij met enige fierheid weten. ‘Maar goed, loop hier door de binnenstad en het aantal vakwerkhuizen is niet te tellen. Flaneer door de kasseistraatjes en tel de blauwe schildjes aan de gevels. Veertig procent van de huizen in de binnenstad staat onder Denkmalschutz. En dat ondanks een brand die meer dan de helft van de stad in de as legde. Cadeautje van een soldaat die indruk wilde maken op zijn liefje en per ongeluk een vuurpijl in de kruittoren mikte.’

Michael sluit af in de Bungenstrasse, bij de prachtige gevel van Restaurant Knechthausen. ‘Een van de oudste huizen van de stad en een heel bijzondere plek’, weet hij. ‘Dit was het gildehuis van de brouwersknechten. Zeer belangrijke en invloedrijke mannen, want bier was zowat de enige veilige drank in de middeleeuwen. Van water werd je gewoonweg ziek. Bier was tegelijk voedzaam.’

‘Vandaag is Knechthausen een toprestaurant. Jullie eten hier straks in het Rosenort, een zaaltje apart dat niets met rozen te maken heeft, maar zijn naam heeft van leprozen of melaatsen. De bierknechten brouwden niet alleen bier. Brak er een besmettelijke ziekte uit, dan droegen zij de overledenen naar het kerkhof. Dat begon met bierknecht Peter Männken. Hij werd midden in een pestuitbraak verliefd op de dochter van zijn baas, wat hem gezien het standenverschil niet in dank werd afgenomen. Vaderlief zei dat Peter met haar mocht trouwen als hij alle lijken van de pestlijders van straat haalde en begroef. “Dan ben ik gelijk van hem af”, dacht schoonpapa. Maar Peter was moedig en slim. Hij begreep dat de doden na een poos niet meer besmettelijk waren, hield een tijdje afstand en nam ze dan pas van de straat. Tot op vandaag kan je in Stade je kist laten dragen door een bierknecht in gildeornaat.’

Nauwelijks zijn we de drempel van het restaurant over of we wanen ons in een andere wereld. Handen ontsmet, mondkapjes af. Als in een mini-versie van de Decamerone vertellen we in internationaal gezelschap over onze avonturen en belevenissen. Het eten is heerlijk, de wijn wordt naar believen bijgeschonken. Tot iemand bij het dessert vraagt wie er al is getest. Als Belg ben ik de enige. ‘En?’, lees ik in vijf paar bedenkelijk kijkende ogen. ‘Ik ben toch hier geraakt’, zeg ik. ‘Proost! Op jullie gezondheid.’

Wandel in een panorama

Het Duitse Essen ligt pal in het ooit zo industriële Ruhrgebied. Met de omslag van de voormalige steenkoolmijn Zollverein naar een culturele topper katapulteerde Essen zich hoog in de Unesco-Werelderfgoedlijst.

Minder bekend is dat je er aardig kunt wandelen. Dit jaar opende de Kettwiger Panoramasteig, een 36 km lange, lusvormige wandeling door de groene zuidrand van Essen. Goede wandelpaden, prima bewegwijzerd, wel 760 hoogtemeters te overwinnen. Gezien de lengte kan je de route opsplitsen met vertrek aan treinstation Kettwig-Stausee of Werden. Je kan ook een wandelkaart en gpx-track downloaden.

Onderweg passeer je onder meer een wildpark met moeflons, everzwijnen en edelherten, kan je uiteten op een struisvogelboerderij, heb je uitzicht op de meanders van de Ruhr en de megalomane Villa Hügel met park van staalbaron Alfred Krupp. Of wat dacht je van een optrekje met 296 kamers.

Door de coronacrisis opende de route vroeger dan gepland. Ze werd ze een instant succes.

Blijf je een paar dagen, combineer ze dan met de Baldeney Steig (26 km) of bezoek naast de Zollverein ook de collectie moderne en hedendaagse kunst van het Folkwangmuseum. Kuier tot slot door het gezellige Werden, historische voorstad van Essen.

www.visitessen.de/essentourismus_tourismusinformation/kettwiger_panoramasteig.de.html

Gelaarsd door het wad

Aan de monding van de Elbe, aan de kustlijn van de Waddenzee kan je wadlopen zonder tot aan je knieën, je billen of zelfs je borst in het water te gaan. Een paar rubberlaarzen volstaan, handig voor de eerste voorjaarsdagen of in volle herfst. Dat heb je te danken aan de heel geleidelijke afloop van het strand. 500 meter weg van de vloedlijn sta je nog maar tot aan je knieën in het water. ‘Maar voor de veiligheid zetten we toch elk jaar een nieuwe rij takkenbosjes in het wad. Daar kan iedere wandelaar zich op oriënteren’, vertelt bioloog Bernhard Rauhut van het Wattenmeer Besucherzentrum in Cuxhaven.

Ga je met Bernhard op stap, dan steek je flink wat op over die bijzondere waddenbiotoop. Het begint met een rondleiding over fauna, flora en getij in het bezoekerscentrum. Daarna neemt hij je gewapend met schop en emmer het strand op. Graaft hij een wadworm op, dan vertelt hij hoe die gabber leeft: ‘Hij eet zand, haalt voedingsstoffen van tussen de korrels en werkt de rest langs achter weer naar buiten. Zie je van die zandkrullen op het natte zand, dan zit daar gegarandeerd een zandworm onder.’ Vindt hij een kokkel, dan toont hij hoe die een voetje heeft om zich in te graven en een dubbele snorkel om te ademen. ‘Daarmee filtert hij het water om er zuurstof uit te halen. Eén ingang, één uitgang. Zo simpel is het.’

Wil je helemaal droog blijven, ga dan aan boord van zo’n knalgele zeekoets. Met paard en kar door het wad, het is eens wat anders. Bekijk je het hele zaakje liever vanop het strand, beschut tegen de wind? Huur dan een strandmand, zo’n typische rieten zitje voor twee met een grote kap om naar believen te genieten van zon of schaduw.

Hoog van de toren geblazen

Kijk omhoog naar de toren van de Sint-Lambertuskerk van Münster en je ziet de ijzeren kooien waarin de lijken van wederdopers Jan van Leiden en C° ter lering aan het volk werden getoond. Griezelig! Maar tussen negen en twaalf ’s avonds geeft Türmerin Martje Saljé 75 meter hoog in diezelfde toren elk half uur de tijd aan. Met een replica van een eeuwenoude hoorn. Münster heeft al een torenblazer sinds 1383. De opdracht ligt voor de hand. Uitkijken of het ergens brandt en meteen alarm slaan als het zover is. Martje is gek op muziek, speelt verder ook piano, gitaar, luit, contrabas en houdt van een levendige les geschiedenis. Dat het torenblazen folklore is geworden vindt ze niet erg. Als het echt brandt belt ze wel met de telefoon naar de spuitgasten. Raar maar waar, ze blaast in alle windrichtingen, behalve naar het oosten: ‘Daar lag vroeger een kerkhof’, zegt ze, ‘en de zielenrust van de doden mocht je niet verstoren.’

www.tuermerinvonmuenster.de

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer