Wandelen, fietsen, zwemmen: Da’s Ticino!

8 minuten leestijd

Zuiderse zon én Zwitserse degelijkheid, strand én bergen: het is volop genieten in kanton Ticino, in het zuidelijkste stukje Zwitserland. Reporter Koen Driessens en fotograaf Rudi Van Beek ontdekten samen hoe veelzijdig het Zwitserse Ticino is. Kamperen wandelen, fietsen en zwemmen aan het Lago Maggiore. Een aanrader!  

reportage
  • Uitstappen en vakanties

Ticino heet ons welkom onder een stralende zon. De temperatuur ligt voelbaar hoger dan onderweg door de rest van Zwitserland. Hier, ten zuiden van de Alpen, hebben we net de 57 km lange Gotthardtunnel achter de rug. Vóór de langste treintunnel ter wereld was het grauw en nat, maar verdorie – of perbacco – het is écht lichter en warmer aan het eind van de tunnel. En we zullen de komende dagen nog meer prettig verrast worden in dit stukje vooruitgeschoven Zuid-Europa.

The only way is up

We richten ons basiskamp in op een camping in Tenero, bij Locarno aan het Lago Maggiore. Al vroeg in de ochtend is het snikheet beneden in deze kom, midden in het gebergte. Dan kun je twee dingen doen om af te koelen: het meer in óf de bergen in. Het meer van Locarno is 212 km² groot en dringt 60 km diep Italië binnen. Het is er heerlijk zwemmen, je kan er suppen... maar kiezen voor het gebergte, ten noorden van Locarno. En we gaan er meteen stevig tegenaan: we klimmen van het laagste punt van Zwitserland (205 m) naar de Alpe Cardada (1495 m). Op onze mountainbike. De route Cardada Bike 397 is vanuit het centrum van Locarno heel goed aangegeven met duidelijk zichtbare richtingwijzers. In de stad is het wat zoeken in smalle straatjes, maar je kunt je niet vergissen: the only way is up!

Op de geasfalteerde weg met haarspeldbochten rijden we nog tussen de auto’s, maar die schudden we straks na Monte Brè van ons af. Terwijl we stijgen, wordt de weg ernaartoe alsmaar smaller en bochtiger, met links hoge rotswanden en rechts diepe ravijnen. Het is vooral uitkijken voor gemotoriseerde tegenliggers. Na een schietgebedje in een mooi opgeknapt kapelletje en een blik op meer in de diepte fietsen we het bergdorpje uit. Dat bestaat vooral uit vakantiewoningen. De weg wordt zo mogelijk nog wat steiler en gaat dan eindelijk over naar gravel. Van de hitte hebben we amper last, omdat het hele traject over beboste hellingen gaat. Pas wanneer de route uiteindelijk overgaat naar een single trail over de alm komen we op meer open terrein, met zicht op de wijde omgeving. We zijn nog maar een paar honderd meter verwijderd van onze tussenstop aan capanna Lo Stallone. Aan de berghut komen we weer op krachten en vullen we onze waterbidons. Het uitzicht op het meer vanaf het ruim 120 jaar geleden opgetrokken kruis is indrukwekkend.

Kort voor de berghut kruisten we de kabelbaan, die komt van Locarno. Nogal wat wandelaars – maar ook fietsers – nemen eerst de cabinelift naar Cardada en dan de stoeltjeslift naar Cimetta om de berg af te dalen. Je kunt het ook omgekeerd doen: te voet of per fiets naar boven trekken en dan afdalen met de kabelbaan. Ik raad je dat laatste aan, want de afdaling over de mtb-route 397 via Val Resa is enkel leuk voor gevorderde mountainbikers. Zelfs een sportieve kerel als fotograaf Rudi ging er over het smalle en met grote stenen en verraderlijke wortels bezaaide dirt track tweemaal overkop. En dan hadden wij nog droog weer! Als je denkt dat ook de klim naar Cardada toch te pittig is: met een elektrische mountainbike – te huur bij het station van Locarno – is de grotendeels geasfalteerde beklimming ook voor minder geoefende fietsers best doenbaar.

Op naar de suikertop

Ook de beklimming – te voet dit keer – van de Alpe Salei in de Valle di Vergeletto is deels per kabelbaan te doen. Iets buiten het bergdorp Vergeletto sta je met de rode vierpersoonscabines van de funivia in Zott op 7 minuten bij de berghut op de alp. Maar wij? Wij nemen het pad. Ook dat is bezaaid met stenen en wortels, maar vooral met mieren. Wat zoeken de insecten op deze steile beboste hellingen? Is dat omdat ons doel de Pizzo Zucchero is, de ‘suikertop’?

Af en toe kruisen we een open plek in het bos: duidelijk het decor van een aardverschuiving. Hier word je niet graag verrast door een onweer... De alweer keurig bewegwijzerde wandeling leidt ons sneller dan voorspeld op de bordjes in een tweetal uur naar de top. Alhoewel… Om de echte top van deze suikerberg te bereiken, moeten we nóg eens een halfuur flink omhoog. Het steile pad klimt geleidelijk boven de boomgrens naar 1899 m, naar de kale stenen top – vandaar de naam. Ticino heeft hem extra aantrekkelijk gemaakt door er een stevige houten schommel neer te zetten. We kruisen een Duitstalig gezin. Of ze niet bang was op de schommel, vragen we een van de jonge meisjes. ‘Nee hoor!’ Echt niet? ‘Toch een beetje…’

Dit exemplaar is de hoogste van vijftien schommels die verspreid over het kanton op bergtoppen staan. Verwacht geen schommel die je over de rand van een klif zwaait. Dat zou on-Zwitsers onveilig en onverantwoord zijn, maar de sensatie – zeker bij flink schommelen – is met zicht op de bergen en dalen in de verte toch vergelijkbaar met opstijgen in een parapente: het voelt of je loskomt van de berg. Dat duurt telkens maar even, maar geeft toch lichte kriebels. Het 360 ° zicht is eigenlijk al spectaculair genoeg op zich. 

Voorbij de berghut, in de andere richting, leidt een pad nog eens een halfuur verder naar een ander spektakelstukje op de Alpe Salei, het laghetto Salei. Het bergmeertje is langs drie kanten omgeven door hellingen. Het ligt als het podium van een natuurlijke arena groen te blinken in de zon. ‘Zo warm, dat water’, stelt een Zwitserse wandelaar vast. ‘Ik ben hier vroeger nog geweest, maar toen leek dat véél kouder te zijn.’ Leve de klimaatopwarming. Wanneer Rudi en ik een verfrissende duik nemen, volgen nog meer wandelaars ons voorbeeld. De Zwitsers laten anderen beleefd voorgaan.

Als we de berg weer te zijn afgedaald, wachten we bij het kabelbaanstation op de laatste bus richting Locarno. We zitten met onze voeten in de luidruchtig klaterende bergstroom langs de weg. Verderop, richting Vergeletto, zien we hele families in ondiepe rivierpoeltjes tussen de rotsen genieten van het heldere water. Ook gisteren, bij onze afdaling door de dorpen in de Val Resa, zagen we mensen badderen onder de natuurlijke waterval van een bergstroompje. Zalig toch?

De rit in de postbus – de chauffeur stopt onderweg om postbussen te legen! – is een belevenis op zich. Het goed gevulde gevaarte slingert zich luid toeterend over de smalle bergwegen naar beneden. Regelmatig moeten tegenliggers uitwijken of zelfs terugwijken. In Zwitserland heeft de post altijd voorrang!

Botanische wereldreis

We kunnen het Lago Maggiore niet toch verlaten zonder het bevaren te hebben?  We maken er meteen een botanische wereldreis van. De twee Brissago-eilandjes bewaren de erfenis van barones Antoinette Fleming St. Léger, die er eind 19de eeuw een palazzo bouwde – nu een restaurant-hotel – en een tuin met planten uit de hele wereld aanlegde. Het grootste eiland kan je bezoeken. Je vindt er prachtige thematische tuinen, keurig geordend per werelddeel. Mijn favoriet? De intieme Romeinse tuin. Het subtropische klimaat op deze eilanden is zeer geschikt voor exotische planten, omdat ze goed bedeeld zijn door de zon en door de bergen worden beschut.  Ook voor trouwfeesten met tot 120 gasten wordt het eiland graag gebruikt. Door elkaar geslingerde houten klapstoelen lijken op een flink uit de hand gelopen plechtigheid te wijzen. Of mogelijk zit het zware onweer de nacht tevoren er voor iets tussen? We varen met enkele tussenstops terug naar Locarno. Vanaf het rustig deinende meer doet het zicht kort bij de oevers denken aan Anton Piecks Diorama in de Efteling, met boven elkaar op de berghelling gestapelde huisjes, de boothuizen aan het meer, een passerende trein… Tijd om onze klokvaste Zwitserse Intercity te nemen richting noorden.

Mmm, al geproefd?

Polenta, kaas en risotto: je vindt deze drie in overvloed in Ticino. Maar wist je dat je in deze zuiderse Alpenkeuken zoveel meer kan ontdekken?
1. In de berghut op de Alpe Cardada genoten we van een een piatto Ticinese met een vijftal soorten ham, salami en worst. De salametto bijvoorbeeld is een pittige salamiworst. Lekker met vers brood!
2. Liefst 3600 wijnboeren cultiveren hier kleine, vaak steile terraswijngaarden, waar jaarlijks 50 ton merlotdruiven rijpen. Dat levert onder meer de Roncaia Bianco op, een krachtige, zure witte merlot van wijnhuis Vinattieri Ticinesi.
3. Ticino kent ook een artisanale bierbrouwer: brouwerij Valle Maggia produceert onder de merknaam Ciao pils, witbier, amberkleurig en blond bier.
4.  Ticino, da’s ook Zwitserse chocolade: Alprose en Stella zijn lokale merken die kwaliteitschocolade produceren.

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer