Leven na de vulkaanuitbarsting
Gids Rob Vanderhaeghe en zijn gezin verloren in oktober 2021 hun paradijsje op La Palma bij een verwoestende uitbarsting. ‘Maar ik neem de vulkaan niets kwalijk. Dat is de kracht van de natuur, die je als mens nederig stemt.’
- Wandelen
Op 19 september 2021 brak aan de westelijke kant van La Palma, op de vulkaanrif Cumbre Vieja, de hel letterlijk los. De eerste vulkaanuitbarsting sinds 1971 was meteen ook de langste en meest verwoestende ooit op het eiland. Gedurende drie maanden spuwde de ontwaakte vulkaan Tajogaite, Guanche voor ‘gebroken berg’, 45 miljoen m² lava en 200 miljoen m² assen. Een lavamuur van 15 tot 30 m hoog rolde over 12 km² land naar de zee. Ook over het huis van Rob, San en hun twee dochtertjes. Hun woonplaats Todoque werd totaal verwoest.
Nog maanden later waren hele dorpen onbewoonbaar door de giftige gassen. Bijna een jaar na de uitbarsting kwam er nog steeds rook uit de ingestorte vulkaankegel, geelbruin van alle zwavel. 7000 mensen werden geëvacueerd. Ook mtb-instructeur Phillip Foltz, die woonde in Puerto Naos: ‘Al sinds de ontruiming woon ik op hotel. Ik zou graag iets huren, maar dan verliezen we de vergoeding van de staat. Deze toestand zou jaren kunnen duren. We mogen soms naar huis, enkele uren, met een gasmasker. Het is erg voor Rob, maar voor hem is de situatie tenminste duidelijk.’
Rob en San belandden destijds, na een boottocht van 40 uur, met hun busje op La Palma en werden verliefd op la isla bonita. Buitenmens Rob werd er gids en reisleider. Bij hun huis hielden ze ook een B&B open. Kort voor de uitbarsting deden zich aardbevingen voor. ‘Lichte bevingen zijn hier normaal. Daar leer je mee leven. Hoewel vulkanologen al sinds 2017 waarschuwen voor een uitbarsting, was er geen evacuatieplan voor ons dorp. De avond voor de uitbarsting hadden we het nodige toch ingepakt. Het ging enorm snel: de eerste huizen werden al binnen een paar uur getroffen. Wij konden tijdens de uitbarsting nog vijf keer een halfuur terug om te ontruimen. We hadden geluk dat er een vrachtwagen voorhanden was om meubelen en de ijskast mee te nemen. De laatste keer leek het erop dat we gevrijwaard zouden blijven en heb ik enkel gesproeid om de tuin te redden. Tot een nieuwe uitbarsting langs de noordzijde van de vulkaan ook ons huis trof.’
Het gezin moest sindsdien noodgedwongen huren. ‘We kochten een stuk grond op 150 m van de lavastroom. We willen hier niet weg: we hebben ons leven hier opgebouwd, hebben hier onze vrienden. De kinderen – echte Palmera’s – groeiden hier op. En het is prettig leven hier. Ik blijf fan van het eiland, ook al slokte het ons huis op. En er is geen garantie dat het niet nog eens gebeurt. De huizenprijzen zijn sindsdien wel flink gestegen. Gelukkig waren wij verzekerd, maar van de plaatselijke bevolking is slechts 10 à 20 procent dat. Spanjaarden zijn zo. Verzekeringsmakelaars doen hier nu gouden zaken.’