Puur natuur en charmestadjes

10 minuten leestijd

Een zeldzame lelie opent haar paarse klokjesbloemen, het heldere water van het bergriviertje klatert langs ons heen, vlinders fladderen omhoog tegen de steile wanden van de kloof... Dit is puur natuur, zoals er nog veel te vinden is in het noordoosten van Slowakije. Dat ontdekken we tijdens een Govaka & Pasar-wandelvakantie. Behalve natuur en Tatra-bergen, verkennen we ook charmestadjes waar de tijd lijkt stil te staan.  

reportage
  • Wandelen
Prosiek

Met ‘we’ bedoel ik onze wandelgroep, een gezelschap van reizigers uit heel Vlaanderen die één ding gemeen hebben: we stappen graag, maar hoeven daarbij niet per se de moeilijkste wandelroutes te volgen. Ervaren Govaka & Pasar-gids Jef begeleidt ons, samen met Lucia, de gids van het hotel Sojka waar we verblijven. Ze is Slowaakse, maar spreekt perfect Nederlands.

Op het programma vandaag: een mooie canyontocht. Die begint 's ochtends in het dorpje Prosiek. Eerst wijst Lucia ons nog even op een infokastje waarin allerlei afval wordt getoond, met daarbij de tijd dat het zwerfvuil nodig heeft om af te breken in de natuur: een bananenschil zes weken, een sigarettenpeuk twee jaar, een frisdrankblikje tweehonderd jaar. Tijd voor wat zelfreflectie dus, en het goede voornemen om elk papiertje, elk klokhuis mee te nemen en thuis in de juiste afvalbak te kieperen.

Lucia huppelt als een hinde door de poort van de kloof, de Prosiecka dolina. Wij gaan haar achterna, iets minder huppelend. We volgen een snelstromend riviertje, soms klauterend over smalle uitstekende rotsblokken met een ketting als houvast, soms over grote stapstenen of een zandpaadje. Maar altijd naar boven, stroomopwaarts. De twee wanden van de vallei torenen hoog boven ons uit. In die beschutting groeit en bloeit er heel wat bijzonders: verschillende soorten klokjes (o.a. Soldanella carpatica), gentianen (Gentiana clusii), een zeldzame wilde lelie (Lilium martagon)... Deze tocht is een droom voor de plantenliefhebber.

Een pijltje met Vodopád wijst de weg naar een prachtige waterval. We maken even een ommetje. Selfietime! Het moeilijkste deel van de tocht ligt op het einde van de kloof. Grote rotsblokken vragen toch enige lenigheid om er zwierig overheen te kunnen stappen. Gelukkig biedt een collega-wandelaar altijd wel een helpende hand of duwtje in de rug. Drie laddertjes zijn gebouwd om de moeilijkste stukken te overbruggen. Daar is het even file, want het is een feestdag in Slowakije, en op deze vrije zomerdag waren we niet de enige die zin hadden in een fikse wandeling. Maar na een stevige drie uur ligt die indrukwekkende canyon achter ons. Wat een topwandeling!

Zagende zagerij

Ook het volgende stuk is mooi, maar van een ander kaliber. We wandelen een halfuurtje door alpenweides, of liever, Tatraweides. Zoveel bloemen zag ik nog niet vaak in één oogopslag. Een herder jaagt zijn schaapjes met zijn honden door het hoge gras. We horen voortdurend een grappig fluitend geluidje. We proberen te raden wat het is: een gsm-tune, een hondenfluitje? Het duurt even voor we doorhebben dat het de broedende kwartels zijn die opschrikken van de kudde.

We wandelen richting het dorpje Velké Borové, maar houden halt bij een pittoreske oude boerderij met houten dak, omgebouwd tot cafeetje met picknickbanken buiten. Het blijkt een trekpleister voor de locals. De wandelaars rusten in ligzetels of op picknickdekens in het gras. De naam Bufet Goral verwijst naar de Goral, een aparte bevolkingsgroep met unieke taal en kleding. Een traditioneel opgetuigde paardenkar staat te wachten om bezoekers af en aan te brengen. We bestellen er polievka, een lekkere maaltijdsoep, en pangos, een pannenkoek-pizza met kaas en ketchup. Maar bovenal genieten we van het prachtige uitzicht.

Na de lunch trekken we verder, richting watermolen. Alweer zo'n lieflijk, poëtisch plekje. Op het keienstrandje bij de rivier zitten gezinnen te pootjebaden. Even verderop staan schommels voor kleuterpret. En overal grazen geitjes, tot groot jolijt van de kinderen. De oude watermolen met zagerij was vervallen tijdens het communistische tijdperk. De bossen waren toen staatseigendom, dus je mocht er privé niet in kappen. Na de communisten hebben vrijwilligers en natuurbeschermers de gebouwen weer opgeknapt. Ze kregen de watermolen weer aan het draaien en de zagerij weer aan het zagen.

Nog even volgt een pittig stukje wandelen, over de heuveltop. Onderweg hangt een uitkijkplatform net boven het ravijn. En daar zien we wat van deze route een vijfsterrentocht maakt, toch zeker voor de plantenliefhebbers: enkele bloeiende edelweissjes. Daar moeten we op drinken! We sluiten af in de gezellige huisbrouwerij Brontvai, met een groen fris netelbiertje.

Kerktoren in het water

De hele week staan er verschillende wandeltochten op het vakantieprogramma, telkens met diezelfde boeiende mix van natuur, erfgoed en bijzondere verhalen.

We trekken naar de Hoge Tatra met een tandradtreintje vanuit een stationnetje uit de jaren zeventig dat wel een likje verf kan gebruiken. Een toiletsysteem behoeft een handleiding, want werkt nog volgens een communistisch systeem: een vrouwtje achter een loket steekt een schaaltje naar buiten met daarop zes blaadjes wc-papier én een ticket, het bewijs dat je dertig cent betaald hebt.

Het rode treintje rijdt in een kwartier naar boven, naar een toeristisch oord met enkele vervallen communistische hotels, maar ook enkele nieuwe gebouwen en een handjevol toeristenkraampjes met prullaria. Een storm hield hier in 2004 lelijk huis, en dat kan je nog altijd zien. Een geluk bij een ongeluk, want nu hebben we een prachtig vergezicht waar vroeger bomen het uitzicht versperden. We laten de toeristische drukte snel achter ons en trekken naar boven, over een wandelpad met rotsen als grote stapstenen en dikke boomwortels als struikelblokken. Stevige wandeling, maar met een knap uitzicht op de hoge Tatra, met zelfs enkele vlekken sneeuw, en ook enkele grote meren.

In het bos ligt een symbolisch kerkhof. Een kunstenaar maakte totempalen als een verzamelplek voor alle herdenkingsplaatjes die in de Tatra hingen. Ze tonen de namen van veel overmoedige onfortuinlijke mannen, soms ook vrouwen. Maar ook de namen van alle kinderen die omkwamen bij een ongeval met een schoolbus. Er hangt een mystieke sfeer.

Een andere niet te missen wandeling verkent de buurt van het hotel. We wandelen bijvoorbeeld door de velden en bossen naar de top Prednà Agura, 1.171 meter hoog. Een ideale plek voor een picknick. In de schuilhut zit een metalen kistje verborgen, met daarin een boek met balpen. Wandelaars mogen er hun naam en een boodschap in neerschrijven. Op de top kijken we uit over het stuwmeer Liptovska Mara. Voor de aanleg van dat meer moesten twaalf dorpjes verdwijnen. Alleen het witte kerkje van Liptovskana steekt nog boven het water uit.

Pastelkleurige huizen in Bratislava

De wandelvakantie zit vol afwisseling. We verkennen niet alleen natuur maar ook charmesteden en -dorpjes. Daar vallen heel wat historische verhalen te rapen.

Het begint al op dag één met een halte in hoofdstad Bratislava. De heerlijke binnenstad is voor een groot deel autovrij, dus dat maakt het prettig wandelen. Dat doen dan ook de half miljoen inwoners, tienduizenden studenten en de vele toeristen erg graag. Ze shoppen in de straten met zorgvuldig gerestaureerde 18de-eeuwse barokke huizen in verschillende pasteltinten. Ze drinken één meter bier op terrasjes van sfeervolle pleinen zoals het Ventúrska. Ze flaneren in de schaduw van de bomen op de brede laan Hviezdoslavovo Namastiè, ook wel eens de Ramblas van Bratislava genoemd. Op zondag spelen ze er schaak met een reuzengroot schaakspel. Overal zijn gezellige koffiehuizen of cafeetjes. Kaffee Mayer is het bekendste koffiehuis op het grote plein bij het stadhuis. Maar wij drinken een koffie in het poortgebouw van het stadhuis. In dat koffiehuisje serveren mensen met het syndroom van Down de koffie en taart. Her en der in de stad staan ook hippe foodtrucks. Bratislava is mee met zijn tijd.

300 vleermuizen en een ooievaar

Die tijd lijkt wel stil te staan in de meer landelijke dorpjes. In Partizánska L'upča bijvoorbeeld dat we vanuit het hotel gemakkelijk te voet bereiken. We bezoeken het 13de-eeuwse Sint-Matthiaskerkje en mogen zelfs de toren beklimmen via de wiebelige trappen. In de toren wonen driehonderd vleermuizen. Van daaruit hebben we een knap uitzicht over het dorpje en het ooievaarsnest op de schouw van het gemeentehuis. Een ooievaar die elk jaar terugkeert, brengt geluk. In het enige supermarktje dat het dorp rijk is kopen we lokale lekkernijen als souvenir. We proeven de witte wijn Chateau Zumberg uit het zuiden van Slowakije in de Vinotheka. Het is er gezellig, op de lange houten banken waarin het logo van de bar gebeiteld zit. Als vanzelf borrelen verhalen op, over vroegere wandelreizen en toekomstige plannen. Dat is het grote voordeel van het reizen in groep: er is altijd gezelschap, altijd iemand met een grapje of een kwinkslag, altijd iemand met een boeiend weetje of een helpende hand. Eddy helpt me om mijn nieuwe wandelstokken ineen te draaien en op de juiste maat te zetten, Huguette weet veel over planten en Anita kan gekwetste hielen verzorgen.

44 uur langer leven

Een andere tijdreis maken we naar de burcht van Orava. We gaan er naartoe op traditionele wijze: met een vlot. Met zulke vlotten voeren jonge mannen vroeger over de rivier de Orava, richting Zwarte Zee. Het vlot bestond uit lange boomstammen, 30 of 40 meter lang, die vervoerd moesten worden samen met nog wat extra goederen zoals zout. De trip over water duurde drie maanden, nadien gingen de jongemannen te voet terug naar huis. Voor elke trip die ze maakten, kregen ze een schelp die ze op hun hoedje vastnaaiden. Dat wordt allemaal verteld door de vlotvaarder die ons over de rivier voert. Het is een gezapig tochtje. Bovendien is de rivier niet diep - 20 tot 30 cm - met zuiver water, want er zitten zelfs otters en rivierkreeftjes in.

Ook de burcht van Orava zit vol geschiedenis. Zodra we de twee poorten, de ophaalbrug over het ravijn en de twee knap uitgedoste wachters voorbij zijn, stappen we terug in de tijd. Het kasteel heeft veel poorten, pleinen, torens, torentjes en trappen, véél trappen. Je kan je zo voorstellen hoe middeleeuwers hier rondliepen. Op het centrale plein, met schandpaal, zie je de wirwar van gebouwen, met hun oude houten dakpannen. Op het balkon speelt een middeleeuws verklede man een vrolijk deuntje op de blokfluit. In de portrettenzaal zit een kasteelvrouwe een hele dag mooi te wezen bij de vele portretten van bestuurders van de burcht. Het hoeft niet te verbazen dat in de burcht veel films werden gedraaid, onder andere de eerste Draculafilm - De vampier van Nosferatu - uit 1922. We klimmen 330 trappen op en 330 trappen af en verlengen daarmee ons leven met 44 uur, volgens de gids. Dat worden dan 44 uur om extra te genieten van al het moois in Slowakije.

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer