Woudloper in Wallonië
Vertrekken op een meerdaagse trektocht en als proviand 50 gram bloem en wat boekweitkorrels meenemen. Je moet wel gek zijn. Of net niet. Onderweg in het Forêt du Pays de Chimay kan je genoeg planten verzamelen om een stevig potje te koken. Je hoeft geen hert of everzwijn om te leggen om voldoende krachten op te doen en de grande traversée af te leggen.
Tekst Frederic Eelbode - Foto’s Dieter Telemans
- Wandelen
‘Bweeueuh.’ Een loeiende koe lokt me ’s ochtends uit mijn tent, letterlijk. Ik bevind me net niet tussen een kudde grazers op een sappige weide, maar op het bivouac de Mazée aan de rand van het bos. Dit is een van de negen bivakplaatsen waar je een nacht mag wildkamperen in het Forêt du Pays de Chimay. Op deze plekken kan je legaal, maar zonder enige luxe, in de natuur overnachten zodat je het uitgestrekte woud op een authentieke manier beleeft. Het bivak van Mazée bestaat uit een stukje grond met een infobord en een geïmproviseerde bank rond een vuurput. Deze kampplaats ligt net naast een bergkam die Frankrijk van België scheidt. Op de kam staat een krakkemikkige uitkijktoren van waaruit ik het grensgehucht Najauge met zijn cité du Maroc zie liggen. Aan de Belgische kant van de grens staan arbeidershuisjes. Aan de Franse kant staan belle-epoquevilla’s in Moorse stijl, gebouwd voor de ingenieurs van de voormalige ijzerindustrie. Vandaar de naam.
Buitengewone biodiversiteit
Het Land van Chimay beslaat 90.000 hectare en ligt in het zuidwesten van België, in een bult die ons land uit Frankrijk hapt. ‘Geografisch is dit een unieke plek’, vertelt coördinator Corentin Levacq. ‘Het noorden van het woud ligt in de Fagne – meestal in een adem genoemd met de Famenne – het zuiden ligt in de Ardennen, en ertussenin loopt de Calestienne. Die drie geografische streken kan je duidelijk in het landschap aflezen, en dat is alvast een reden om de grande traversée af te stappen.’
Die grande traversée of ‘grote doortocht’ is een wandelpad van 178 kilometer en loopt door negen dunbevolkte gemeenten in Namen en Henegouwen, en zelfs door een klein stukje Frankrijk. De route loopt niet in een lus, maar heeft eerder de vorm van een dubbele vork. Je kan vertrekken en aankomen op vier plekken, en volgt de rood-witte aanduidingen van de Grote Routepaden (GR) of de rood-gele van de streekpaden. Onderweg kan je op negen plekken bivakkeren of kiezen voor een commerciële camping, chambre d’hôte of een ander onderkomen.
‘Het Land van Chimay bestaat bijna uitsluitend uit loofwoud. Het ligt onder de Hoge Ardennen waardoor de hoogteverschillen meestal beperkt blijven tot onder de 100 meter’, vertelt Corentin, terwijl ik na een stevige kuitenbijter sta te puffen op een rotspunt. ‘Het onderscheid tussen Ardennen, Fagne en Calestienne heeft te maken met de ondergrond. De hoger gelegen Ardennen zijn een leisteenmassief, de lagergelegen Fagne is een schisteus gesteente en de Calestienne ertussenin is een kalksteenformatie. Het hart van het woud bestaat uit het Parc naturel de Viroin-Hermeton, geen natuurreservaat maar een beschermd gebied van 12.000 hectare. De biodiversiteit rond de vijvers en waterlopen is er buitengewoon. Je vindt er de grootste variëteit aan planten, reptielen en vlinders van heel België.’ Daarna wandelen we voort over kalkgraslanden, hooggelegen rotsige weiden. Volgens Corentin grazen er nog altijd 700 schapen, die de unieke vegetatie in stand houden.
Terug naar de essentie
Enkele dagen stappen en logeren in de natuur zijn een heerlijke manier om te onthechten. Als woudloper keer ik helemaal terug tot de essentie. ‘Volgens onze filosofie is de natuur onze meester en niet omgekeerd’, vertelt Laurent Van Eeckhout van de vrijwilligersorganisatie Loin Devant. ‘Wij laten ons inspireren door de pelsjagers die in de zeventiende eeuw door Noord-Amerika zwierven. Zij reisden met een minimum aan materiaal en leefden hoofdzakelijk van wat de natuur te bieden had. Met ons kan je weer aansluiting vinden bij de natuur, van een initiatie in de fauna en flora tot een meerdaagse tocht waarbij je alleen het strikt noodzakelijke meeneemt.’ Al stappend door het woud herbron je vanzelf. De grootste luxe is zo weinig mogelijk op je rug te hoeven dragen. ‘Elke gram telt, dus beperk je bagage’, geeft Laurent als belangrijkste tip mee. ‘Veel heb je niet nodig: een tent, matje, slaapzak, drinkbus, gamel, bestek, een zaklamp en een wandelkaart. Als je geen uren in de weer wil zijn om een vuurtje te maken met zwammen en stro, kan je het best een gasbrander en lucifers meenemen.’
En wat neem je dan mee als proviand? ‘Niks, behalve wat boekweitkorrels en 50 gram bloem.’ Onderweg wijst Laurent me op allerlei soorten planten die je kan opeten of die net heel giftig zijn. Het verschil is vaak bijzonder klein: de planten plukken is niks om als stadsjongen op eigen houtje te doen. Ondertussen plukt Laurent bladeren en steekt ze in zijn rugzak alsof hij levensmiddelen in het winkelwagentje van de supermarkt deponeert.
Supersoep
Als we ’s avonds onze tenten hebben opgesteld, leert Laurent me geduldig een vuurtje te stoken met vuurstenen, gedroogde tondelzwam en stro. Ik voel me enkele eeuwen of zelfs millennia terug in de tijd gekatapulteerd. Mijn handen zijn ondertussen zwart van het roet, maar dat deert niet. Op het menu staat een soep met brandnetel, andoorn, look-zonder-look en boekweit. Ze smaakt verrassend lekker, alleen het gebrek aan zout is wennen. In de pan bakken we knapperige beignets van smeerwortel die op groene zeetong lijken en volgens sommigen zelfs zo smaken. Met honger gaan slapen? Helemaal niet. ‘Wilde planten zijn superfoods. Ze zijn niet gekweekt en moeten vechten voor hun plekje in het bos, vandaar hun veel hogere energiewaarde.’
Bivakkeren in het bos kan bijzondere ontmoetingen met groot wild opleveren, maar zonder gevaar, verzekert Laurent ons. Als wij de trektocht in juli afleggen, zijn we niet alleen. Bij het kampvuur verbroederen we met andere trekkers, maar we zien geen herten, everzwijnen, dassen, wilde katten of vossen. Als we ’s anderendaags langs het Meer van Virelles passeren en de Aquascope bezoeken, komen we wel alles te weten over de enorme diversiteit aan vogels in de streek.
Tapkraan met trappist
De grote doortocht is niet alleen een natuurbelevenis. Je passeert af en toe door dorpjes, waarvan enkele op de lijst van plus beaux villages de Wallonie staan. In Vierves-sur-Viroin slokt het kasteel de aandacht op, maar ook de nauwe steegjes zijn erg charmant en het dorpsplein wordt geregeld afgesloten om kaatstornooien te organiseren. Lompret ligt idyllisch in het dal van de Eau Blanche en vergt een steile afdaling voor je in het decor van een film lijkt te wandelen. De meeste huizen zijn in grijze kalksteen opgetrokken en ademen de sfeer van lang vervlogen tijden uit. Aan de gevels hangen klompen die verwijzen naar de klompennijverheid van weleer. Andere dorpen staan niet op de lijst met mooiste dorpen, maar ogen minstens even sfeervol.
Het bekoorlijke Nismes is de hoofdplaats van Viroinval. De gemeente bestaat uit acht charmante dorpjes langs de rivieren de Eau Blanche en de Eau Noire die samenvloeien tot de Viroin. Je kan er de indrukwekkende Fondry des Chiens bezoeken. Dat is een soort canyon of immense openluchtgrot met uitstekende rotspartijen, die de voorbije millennia beter bestand waren tegen erosie dan andere bodemdelen. Ook Chimay ligt op de route, ideaal om boodschappen in te slaan of om een terrasje te doen. Een tapkraan met frisse trappist vind je immers niet in het woud.
L’Eau Blanche
Rue Gustave Joaris 27, Lompret
In dit restaurant met ruim terras eet je hét streekgerecht van het Land van Chimay: escavèche, ofwel gebakken vis in ‘t zuur. De Spaanse legers zouden het gerecht hebben geïntroduceerd in de 16e eeuw. De bedoeling was om vis lang te bewaren en de vervelende graten op te lossen. Het principe is eenvoudig. Je wentelt je dagvangst forel, stekelbaarzen en andere vis met kop en al in bloem, bakt ze in de pan met een klont boter, blust ze met azijn en doet alles in een aarden pot. Die laat je minstens vier dagen trekken in aromaten als kruidnagel en citroen. Achteraf zijn de graten in gelatine veranderd. Je eet escavèche koud met een portie friet.
Logeren in een Sphair
Rue du Lac 42, Virelles - www.aquascope.be
Het Meer van Virelles heb je voor jou alleen in Aquascope. Op twee steigertjes staat een sphair, een gigantische doorzichtige ballon, met in het midden een bed. Zonder last van muggen spot je in alle rust vogels terwijl de zon ondergaat en weer opkomt. Een nacht in de sphair kost 220 euro in het weekend, ontbijt inbegrepen. ’s Avonds kan je barbecueën op je steiger of een pakket streekproducten bestellen.
- Voor avonturiers zijn er in het woud van het Land van Chimay negen bivakplaatsen waar je gratis je tent voor één nacht mag opslaan tussen 16 en 10 uur. Op alle plekken mag je een kampvuur maken met sprokkelhout, sommige bivakken beschikken over een barbecue. Uiteraard laat je alles netjes achter en respecteer je de nachtrust van de buren.
- Een minimaal comfort is voor de meeste natuurliefhebbers een must. In de streek zijn er negen commerciële campings. De meeste zijn eerder kleinschalig en liggen op een rustige locatie. Campings met meer recreatiemogelijkheden vind je aan de kunstmatig aangelegde meren van de Eau d’Heure, ten noorden van het woud van het Land van Chimay. Ze vormen het grootste watergebied van het land, met een gezamenlijke oeverlengte van 50 kilometer. Je kan er alle watersporten beoefenen.
- Op amper vijf minuten van het stadscentrum van Chimay vind je de gemeentelijke camping met 141 plaatsen. In Nismes, het toeristische hart van de gemeente Viroinval, staat een borne de service voor campers. Aan de paal kan je water tanken en elektriciteit afnemen, je kan er ook je afvalwater lozen. Een jeton van 2 euro koop je in het bureau voor toerisme. In het dorp zijn er winkels, cafés en restaurants.
Aquascope
Rue du Lac 42, Virelles - www.aquascope.be
Aquascope bij het Meer van Virelles is een interactief natuurcentrum dat recreatie met milieubescherming verzoent. Door kijkgaten in observatiehutten sla je vogels gade, door een glazen wand bekijk je vissen, insecten en waterplanten, en vanop een loopbrug zie je het bos in vogelperspectief. Het terras van de brasserie kijkt uit op een grote speeltuin.
Parc Naturel Viroin-Hermeton
Rue d'Avignon 1, Viroinval - www.pnvh.be
De kalkrijke grond van de Calestienne geeft de streek een submediterraan microklimaat waardoor de fine fleur van de inheemse orchideeën er groeit. Je vindt er bijzondere planten als de grote graslelie, kranssalomonszegel en kegelsilene. Je ziet er 50 soorten dagvlinders, en zeldzame insecten als de bergcicade en de bidsprinkhaan komen nergens noordelijker voor. Er broeden 70 vogelsoorten en op één na tref je er alle reptielensoorten die in ons land voorkomen.