Winterwandelen met de hond

Eigenlijk moet je al vóór het begint te vriezen oppassen: bij kleine honden of honden met korte pootjes moet je al voorzichtig zijn bij 10°C, bij middelgrote vanaf 7°C en bij grote honden vanaf 4°C. Vooral pups, dunbehaarde of magere rassen, oude en zieke honden zijn gevoeliger voor onderkoeling. Veel honden compenseren door meer te bewegen, waardoor het soms pas aan het einde van een lange wandeling duidelijk wordt dat het te koud was. Je kan je hond een jasje of hondentrui aantrekken. Bij koude ondergrond kunnen hondensokjes of schoentjes ook helpen. Neem water in een thermos mee, om te voorkomen dat je hond zelf van koud water uit de omgeving drinkt. 

Strooizout kan lokale irritatie aan de voetzolen veroorzaken. Honden die veel zout binnenkrijgen door aan hun pootjes te likken of gepekelde sneeuw op te eten, kunnen hier maagdarmklachten van krijgen of zelfs een zoutintoxicatie, die uiteindelijk dodelijk kan zijn! Om lokale irritatie te voorkomen kan je de voetzooltjes van je hond insmeren met vaseline of een speciale balsem, of hondenschoentjes aandoen. Bij thuiskomst spoel je de pootjes, de borst en de buik van je hond best even af met lauwwarm water, om het zout te verwijderen. 

Beantwoord door Eric De Bièvre, dierenarts bij praktijk Het Hof in Essen