
Blits in 2025: Chemnitz
Chemnitz lag anoniem te soezen in het Duitse binnenland, maar ontwaakt dit jaar als culturele hoofdstad van Europa. Van overtoerisme geen spoor in het voormalige Karl-Marx-Stadt. Zijn er wel te vinden: de betere DDR-architectuur, een iconische villa van Henry van de Velde en de monumentale historische fabrieken van het Manchester van Saksen. Oh ja, en groet ook Karl zelf, een knappe kop van 13 meter hoog.
- Uitstappen en vakanties
‘Jonge mensen kijken vreugdevol vooruit naar de socialistische toekomst.’ Zo heet het standbeeld uit de DDR-tijd naast de Stadthalle van Chemnitz. Publieke kunst uit dictatoriale regimes straalt vaak een naïef, betuttelend vooruitgangsgeloof uit. Logisch, want kritische geesten belandden achter de tralies. Wat het Manchester van Saksen uniek maakt, is dat optimisme er een stamboom heeft. Generaties lang timmerden nijvere werkbijtjes aan de toekomst in de textielsector en machinebouw. Eerst ten dienste van de patron, later onder de knoet van de Partij. Rijk werd je als werkbijtje nooit, maar het communisme bood je wel je veilige celletje in de honingraat. In 1990 kwam de reality check: de DDR-industrie was hopeloos verouderd. ‘Negentig procent van de fabrieksarbeiders verloren hun baan’, vertelt Barbara Waske, curator van de expo Tales of Transformation in het Industriemuseum. ‘Chemnitz moest zichzelf heruitvinden en is nog altijd een stad in transitie. Maar we zijn niet alleen. Veel Europese industriesteden maakten hetzelfde mee. Lodz, Mulhouse, Tampere… allemaal Manchesters.’
In een stad in transitie is niet alles af. Kathedralen van fabrieksgebouwen wachten in Chemnitz op een nieuwe bestemming. Het stratenplan draagt dan weer de stempel van het communisme. Straks verkennen we met Barbara de industriële geschiedenis, eerst keren we terug naar de DDR.
Wandeling 1
De stad als honingraat
Stadsgids Gisa Grüner herinnert zich de DDR-tijd maar al te goed. ‘Er waren weinig huiseigenaars, maar onze levensstandaard was goed’, zegt ze. ‘Wij woonden in een flatgebouw vlak bij het centrum. Onze huishuur bedroeg 80 DDR-mark en verwarming kregen we gratis via het buizensysteem van de Fernwärme. Na de Wende steeg onze huishuur naar 1000 Duitse Mark.’ (Omgerekend 500 euro, toen veel geld, gc).
De bij van Chemnitz
Dat was een toekomst die de vooruitkijkende jongeren bij de Stadthalle niet hadden zien aankomen. Hun standbeeld juicht niet van geluk, maar officiële DDR-vreugde beleefde je ingetogen. Demure was hier de trend voor de eerste influencer geboren was. In de architectuur werd beslist niet alleen laagwaardig seriewerk afgeleverd. De Stadthalle ontkracht dat cliché met brille, het cultuur- en congresgebouw kaapte in 1974 zelfs een architectuurprijs in Canada weg. De gevel imiteert een bijenkorf en reinigt zichzelf door het regenwater ingenieus af te voeren. Zowel de gebouwen als de fonteinen op het plein zijn zeshoekig. De honingraat bepaalt het grondplan en siert de prachtige metalen deuren. ‘De Stadthalle is altijd geliefd gebleven’, zegt Gisa. ‘Ze heeft de Wende vlot overleefd. Je kan er naar concerten en voorstellingen. Een artiest die de grote zaal drie keer doet vollopen, krijgt de Chemnitzer Bij uitgereikt.’
Socialistische modelstad
In Chemnitz leiden alle wegen naar de Stadthalle. ‘Het centrum lag in puin na de Tweede Wereldoorlog’, vertelt Gisa. ‘Tot de jaren 1960 stond de Roter Turm in niemandsland.’ Ze bedoelt de bakstenen donjon, die de Stadthalle gezelschap houdt. Het stadssymbool zinkt in het niets tegenover de blikkerende wolkenkrabber van het Congress Hotel. Vierhonderd kamers, alsjeblieft! De Socialistische Eenheidspartij van Duitsland, die de DDR bestuurde, zag de dingen groots. Het verwoeste Chemnitz zou herrijzen als socialistische modelstad. Ze werd, uit dank voor haar glansrol in de arbeidersstrijd, in 1953 omgedoopt tot Karl-Marx-Stadt. Niemand had daar om gevraagd, en Marx is nooit in Chemnitz geweest, maar de ongewenste beloning was in de DDR een specialiteit van het huis. Haar nieuwe naam leverde de stad wél een wereldberoemd monument op: de 13 meter hoge buste van Karl Marx.
Monumentale ernst
Vanaf het Stadthallenpark steken we de straat over om het Karl-Marx-Monument te bezichtigen. Karl fronst streng en mompelt iets in zijn baard. Zijn zeven meter hoge hoofd rust op een sokkel van Oekraïens graniet. In het mistroostige flatgebouw achter hem huisde vroeger het regionale partijbestuur. Tegen de gevel hangt huizenhoog de slogan ‘Proletariërs, aller landen, verenigt u!’ uit het Communistisch Manifest. Dat verenigen gebeurde wel liefst geregisseerd. Karl zag geregeld stoeten en parades voorbijkomen, maar was zelf onbenaderbaar. Gisa: ‘Je mocht de trappen niet op, de politie bewaakte het beeld permanent.’
De vreugde was ingetogen in de DDR, de ernst monumentaal. Van zo’n regime wil je snel verlost zijn. In 1990 hield de stad al meteen een referendum over haar naam. Driekwart koos voor de terugkeer van Chemnitz. Over de buste van Karl Marx is nooit gestemd. ‘Het beeld is nooit in vraag gesteld’, zegt Gisa. ‘Niemand wilde het weg.’
Wonen in een haarkam
Druk verkeer raast langs het Karl Marx-monument. Het oude partijgebouw snijdt de noordelijke stadswijken af van het centrum. De kantoorruimtes binnenin raken moeilijk verhuurd. Langs de Strasse der Nationen krijgt de DDR-architectuur een menselijk gezicht. De geklasseerde gebouwen hebben een kamstructuur: hoge woonblokken staan haaks op de straat en steken uit boven de lage winkelgaanderijen. Fonteinen, versierd met naïeve personages, vrolijken de stoep op. In de winter zijn ze afgedekt met bronzen platen. ‘Achter de gevels zitten binnenhoven’, zegt Gisa, ‘waar kinderen veilig kunnen spelen op het gras. Dit was de hoofdstraat van de modelstad van de jaren 1960. Het was hier heerlijk wonen.’ ‘Zie je die kebabzaak op de hoek? Daar was de enige autohandel in de stad. De wachttijd bedroeg tien jaar. Dus plaatste ieder familielid een bestelling. Mijn eerste auto was die van mijn schoonmoeder.’
‘Zo maakte je de wachtlijst nog langer’, zeg ik.
‘Ja’, zegt Gisa. ‘Maar hoe zou je zelf zijn?’
En dat, beste mensen, is waarom communisme niet werkt.
Straatlantaarns en flamingopedalo’s
Via het Operaplein is het nog vijf minuten stappen naar de Brühl. De populaire winkelwandelstraat uit de DDR-tijd heeft haar toegangspoort en straatlantaarns behouden, maar de winkels kan je op één hand tellen. Spangeltangel, dat zich specialiseert in zeefdrukken en unieke T-shirts, houdt al twintig jaar stand. De rest komt en gaat. Een prachtige muurschildering appelleert aan hippe vogels die hier zelden neerstrijken. Ook liberalisme werkt niet zomaar; in een communistische modelstad kan de transitie decennia duren.
‘De Brühl leed weinig schade tijdens de oorlog’, vertelt Gisa. De DDR heeft de negentiende-eeuwse huizen niet gesloopt omdat het een arbeiderswijk was.’ Voor nog oudere architectuur trekken we naar het Schlossteichpark. Doe een terrasje bij een kiosk, vaar in een zwaan- of flamingopedalo op de Slotvijver. Op de heuvel ten noorden van de vijver troont de Schlosskirche. Rond benedictijner klooster waar deze kerk bij hoorde, is Chemnitz in de twaalfde eeuw ontstaan.
Stad zonder centrum
Ook in de DDR van de jaren 1970 duwde koning auto de zwakke weggebruikers weg. In hartje stad, vlak bij het historisch stadhuis, lag een parkeerterrein voor bussen. ‘Onze eerste burgemeester na de Wende was West-Duits en liet alles op zijn beloop’, zegt Gisa. ‘Pas na 2000 werd een competitie voor nieuwe winkelgalerieën uitgeschreven.’ Hans Kollhoff ontwierp de elegante zandstenen Galerie am Roten Turm, die matcht met het stadhuis. Galeria Kaufhof, in de glazen shoppingmall, sloot vorige zomer: het einde van een tijdperk. En nu? Zelfs in de autovrije binnenstad verloopt de transitie moeizaam.
Enkele historische gebouwen zijn na de Tweede Wereldoorlog heropgebouwd: het Altes en Neues Rathaus, die samen het stadhuis vormen, en de Jakobikerk om de hoek. In 1912 kreeg ze haar art-nouveaugevel, waarop de geleerde, de arbeider, de moeder met kind en de koopman de heiligen vervangen. Ook de betere DDR-architectuur drong door in de binnenstad. Het Rosenhof maakte deel uit van de eerste Oost-Duitse voetgangerszone. Op het woonerf werden rozen gepland. De grond is, heel symbolisch, afkomstig uit Europese dorpen die door de nazi’s werden uitgeroeid, zoals Oradour-sur-Glane in Frankrijk.
Wandeling 2
Manchester van Saksen
‘Chemnitz arbeitet, Leipzig handelt, Dresden feiert.’ Zo kon je in de 19de en 20ste eeuw de drie grote steden van Saksen typeren. De val van het communisme zadelde Chemnitz op met verlaten fabrieksgebouwen; de villa’s van de fabrieksbazen waren in de DDR al opgedeeld in appartementen. Is zoveel industrieel erfgoed een zegen of vloek?
Rode bakstenen
De oude industriestad was zelf een machine. Alle radertjes grepen in elkaar. Toen de productieketen stilviel, verloren de individuele gebouwen hun betekenis. De rode bakstenen hallen van het Industriemuseum overkapten de gieterij van een fabriek die boor-, schaaf- en stoommachines voor industrieel gebruik vervaardigde. Klinkt abstract? Dat is het ook. De architectuur blijft beter leesbaar. Ze stapelde de bakstenen zo hoog als de ambities van de grootindustrieel. Dit is de kathedraal van de teloorgegane religie, die het dagelijks leven tot 1990 vormgaf. Nijvere werkbijtjes produceerden bijna alles. Type- en rekenmachines, fietsen, locomotieven, auto’s, lampen. De Trabant met de tent op het dak, de oeroude katoenspinmachine, de dreunende stoomhamer die af en toe in werking wordt gezet: de collectie roept tijdperken en verhalen op. De expo Tales of Transformation leert je hoe inwoners van oude industriesteden met zo’n alomvattende erfenis omspringen.
Hoogteroes
‘De industriële revolutie verspreidde zich vanuit Chemnitz naar heel Saksen’, vertelt Barbara Waske. ‘De eerste textielfabrieken draaiden nog zonder stoommachines; ze haalden hun energie van watermolens op de rivier Chemnitz. Later specialiseerde de stad zich in machinebouw. De bevolking explodeerde in de 19de eeuw.’
In de omgeving van het Industriemuseum ademen spectaculaire fabrieksgebouwen het optimisme van de grootindustriëlen. Boven de Wirkbau rijst een klokkentoren in art deco op, geïnspireerd door het Palazzo Vecchio in Firenze. De oude textielmachinefabrieken herbergen tientallen bedrijfjes. Bezichtig de daktuinen en drink een kopje vers geroosterde koffie bij Bohnenmeister. Wanderer-Berge is een slapende reus; het enorme gebouw wacht op reconversie. Astra Werke volgde de filosofie van het Bauhaus en hield zijn nieuw kantoorgebouw strak, op een frivoliteit na: het torentje imiteert de toets van een schrijfmachine. Per aspera ad astra, betekende de bedrijfsnaam. Reik via moeilijkheden naar de sterren. Maar de hoogteroes komt voor de val. Chemnitz haalde nooit de één miljoen inwoners die voorspeld werden en waarop de nieuwe luchthaven berekend was. De terminal doet nu dienst als supermarkt en heet IKARUS.
Je levensdroom waarmaken
Manchester van Saksen verwees niet alleen naar het woud van fabrieksschoorstenen, maar ook naar de luchtvervuiling. In Kassberg kon je als grootindustrieel over je fabriek uitkijken zonder ze te ruiken: de wind blies de stank naar het oosten, en jij woonde op je heuvel in het westen. De wijk is bezaaid met honderden villa’s uit de jaren 1850 tot 1920, zoals de met keramiektegels versierde Majolicahuizen. Ook in Kapellenberg zat je hoog en geurloos. Bij Villa Esche stap je binnen in de leefwereld van Herbert Esche en in de iconische luxewoning uit 1902 die voor Henry van de Velde de doorbraak in Duitsland betekende. Grote vensters laten het daglicht binnen en verbinden het interieur naadloos met de tuin. De organische vormen uit de art nouveau integreerde hij in een functioneel ontwerp. In je huis moest, volgens het ideaal van toen, je levensdroom kunnen waarmaken. Dus verloste van de Velde de familie Esche van de zware, stoffige interieurs die nog gebruikelijk waren. Op de bovenverdieping zie je meubels die hij ontwierp. De villa kende bewogen tijden na de Tweede Wereldoorlog en deed zelfs twaalf jaar dienst als hoofdkwartier van de staatsveiligheid, die hier gevangenen martelde.
Duwtje in de rug
Henry van de Velde beïnvloedde de architecten van het Bauhaus en het Nieuwe Bouwen, die in de jaren 1920 elegante gebouwen zonder franjes neerzetten. Op je terugweg van Villa Esche naar het stadscentrum kan je nog twee prachtexemplaren bezichtigen. Museum Gunzenhauser toont expressionistische schilderkunst in een bankgebouw uit 1930 dat echt naar de sterren lijkt te grijpen. In het SMAC archeologiemuseum zie je wat voorafging aan de industriële revolutie, vanaf de prehistorie. Het decor: het chique art deco warenhuis Schocken. ‘Wat ik vooral apprecieer in Chemnitz’, besluit Barbara Waske, die in Beieren opgroeide, ‘is de verscheidenheid. Je hebt hier een rijke geschiedenis, fascinerende architectuur en veel groene plekjes waar je de drukte van de stad kan ontvluchten. Ik hoop dat meer mensen Chemnitz ontdekken. De stad is ondergewaardeerd en verdient een duwtje in de rug.’
Stad in transitie: Chemnitz 2025

Chemnitz 2025 lanceert een oproep aan heel Europa: C the Unseen! Kom een stad bekijken die al 35 jaar onder de radar blijft! De stad heeft een verouderde bevolking en duffe reputatie. In Chemnitz ist einfach nichts los, vinden jongeren. Dat moet dus eindelijk veranderen. Brengt een jaar cultuur de transitie in een stroomversnelling?
- Je avontuurlijke citytrip doet zeker de grote expo Tales of Transformation aan, vanaf 25 april in het Industriemuseum.
- In het archeologiemuseum SMAC ontdek je op Silberglanz & Kumpeltod hoe mijnwerkers hun leven waagden voor de edelmetalen die schitteren in de paleizen van Dresden (nog tot 29 juni).
- Als kunstliefhebber bewonder je realistische kunst uit de jaren 1920 en 1930 in Museum Gunzenhauser (vanaf 27 april) en werk van Edvard Munch over het thema ‘angst’ in de Kunstsammlungen Chemnitz (vanaf 10 augustus).
- Het project #3000garages gidst je door de wondere wereld van de zelfgebouwde garages uit de DDR en het zomerfestival Begehungen programmeert expo’s, concerten, films en lezingen op braakliggende industrieterreinen (18 juli tot 17 augustus).
Uitstap naar een radioactief kuuroord
- Alexander Ochs is curator van de kunstroute Purple Path, die 38 dorpen in de regio bij de culturele hoofdstad betrekt. ‘De dorpen zijn gegroepeerd in vijf clusters, die je met openbaar vervoer kan bereiken. We vroegen internationale kunstenaars om in te spelen op lokale verhalen.’ Bijvoorbeeld?
- Bij de tinmijn van Sauberg in Ehrenfriedersdorf scharrelen bronzen everzwijnen rond. De mijn, die je kan bezoeken, werd volgens de legende ontdekt dankzij dieren, die mineralen in hun pels meedroegen.
- In Schneeberg stapelde Sean Scully muntstukken. In de 16de eeuw brak hier een staking uit omdat arbeiders slechts één muntstuk loon kregen. Bezoek in dit barokstadje ook de makersplek van Pia Hackner, waar designstudenten hun projecten tonen, en atelier van artisanale handschoenenmaker Nils Bergauer. Angela Merkel is er klant.
- Bad Schlema werd in 1918 bekroond als meest radioactief kuuroord van Europa. De stad had reusachtige uraniummijnen, die later ook de Sovjet-Unie bevoorraadden. Bij de ontginning komt het edelgas radon vrij, en daarmee kan je veilig kuren in het Radonheilbad. De weggesmolten sculptuur van Tony Cragg doet je denken aan de kerncentrale van Tsjernobyl.