GR75 wordt… Avenue Paris Olympique
Wandelen is dan misschien geen olympische discipline, maar blijft wel een sportieve manier om Parijs te verkennen. En nog boeiend en betaalbaar ook! Reisjournalist Kris Clerckx en fotograaf Thomas De Boever stapten in twee dagen de 50 km lange GR 75 met rustige parken, groene promenades, verrassende wijken én natuurlijk de locaties waar grootse sportgeschiedenis is geschreven.
- Wandelen
‘De GR 75 opent de poorten tot Parijs’, klinkt een enthousiaste en fiere Daniel Ramey, voorzitter van de FFRandonée Paris. ‘We tellen 280 km bewegwijzerde wandelpaden en 7 GR’s in en rond Parijs. De GR 75 verbindt al die routes en dat nodigt uit om kennis te maken met ons cultureel patrimonium. Het doel van de GR 75 is absoluut niet om als een soort van stadsomwalling ons wandelgebied af te bakenen. Helemaal niet: de GR 75 biedt Parijzenaars en bezoekers net de kans om een wandeltocht rond de stad te maken, terwijl pelgrims op hun weg naar het populaire Compostela of andere wandelaars het pad als een verbindingsroute volgen. Na enkele kilometers stappen zij over op een van de andere GR’s, die hen naar een slaapplaats in de stad brengt of naar andere avonturen in Europa voert.’
Parijs 2024 in 75 parken
De GR 75 is het jongste langeafstandswandelpad in Parijs. De directe aanleiding om deze 50 km lange GR rond de binnenstad uit te stippelen, was de kandidaatstelling van Parijs voor de Olympische Spelen van deze zomer. Aanvankelijk kreeg dit pad zelfs de naam GR 2024, maar dat diende te worden aangepast omwille van rechten en regels over alles wat met de organisatie van de Olympische Spelen heeft te maken. Uiteindelijk is geopteerd voor GR 75, een verwijzing naar het cijfer van het departement Parijs en tegelijkertijd een knipoog naar de 75 parken die zich op het traject bevinden.
‘Ondanks de naamsverandering blijft de wandelroute sterk verbonden met de Olympische Spelen’, verduidelijkt Ramey. ‘In Parijs hadden we al gehoopt om in 2012 de Olympische Spelen nog een keer te organiseren. De keuze voor Londen zorgde toen voor grote ontgoocheling hier. Bij een volgende poging was er een krachtige mobilisatie van stad, regio, sponsors en Parijzenaars. Als wandelvereniging hebben we toen de GR75 uitgewerkt langs sportterreinen en stadions, die gebruikt zijn geweest tijdens de Olympische Spelen van 1900 en 1924. Ik beweer helemaal niet dat onze GR het verschil heeft gemaakt bij de toekenning van de Spelen aan Parijs, maar we zijn er wel in geslaagd om de groene parels aan de rand van de stad te verbinden met het olympische verleden en de olympische sites van vandaag. Voor zover we weten, is dit de enige olympische GR ter wereld.’
Net als bij andere langeafstandspaden kan je als wandelaar kiezen waar je er precies aan begint en welke richting je uitgaat. Wij beslissen om de GR 75 in wijzerzin te volgen, net zoals de tocht beschreven staat in een topogids over het langeafstandspad. Starten doen we op het officiële beginpunt: het Parc de la Villette in het noordoosten van de stad.
Van slachthuis tot fanzone
Nauwelijks een uur na aankomst met de Eurostartrein in het Gare du Nord wandelen we al het metrostation van Porte de la Vilette uit. Intussen hebben we al onze reisrugzakken in ons hotel vlak tegenover het station gedropt, wat het stappen toch heel wat comfortabeler maakt. ’s Ochtends blijkt het alvast bijzonder rustig in het Parc de la Villette, dat met een oppervlakte van meer dan 50 ha het grootste park binnen de périphérique van Parijs is.
De eerste rood-witte markeringen van de GR 75 vinden we aan het begin van een brede en deels overdekte wandelpromenade, die over een afstand van ruim een kilometer uitnodigt om zeker nog eens terug te komen naar dit park. Ten eerste is er het Cité des Sciences et Industrie, het grote en populaire wetenschapsmuseum van Parijs. Meteen daarachter volgt La Géode, een cinemazaal in een reusachtige bal die op het water lijkt te drijven. In het Parc de la Villette vind je ook de grote concertzaal Le Zénith. Net daarnaast plantte toparchitect Jean Nouvel de futuristisch ogende Philharmonie de Paris neer. ‘Sporen van de Olympische Spelen uit 1900 en 1924 ga je niet vinden’, reageert Carole Polonsky, directrice Communicatie van Parc de la Villette.
‘Tot de jaren zeventig van vorige eeuw waren hier de slachthuizen van Parijs. De Grande Halle de la Villette, die is omgevormd tot evenementenhal, is nog een getuige uit die periode. Deze zomer transformeert het Parc de la Villette tot Parc des Nations. In de Club de France zullen fans hun atleten kunnen ontmoeten en toejuichen en dankzij Decathlon zullen bezoekers zelf sporten kunnen uitproberen. Ook de olympische comités van o.a. Nederland, Brazilië, Tsjechië en Canada zullen hier vertegenwoordigd zijn en hun fandorpen opbouwen. Elders in Parijs zullen nog andere fanzones te vinden zijn, maar dit wordt vermoedelijk de grootste en zeker de meest internationale.’
Het zwembad van Tarzan
Net buiten het Parc de la Villette raken we de bewegwijzering van de GR 75 al meteen kwijt. Vervelend. Maar nog voor we de topogids bovenhalen, stuurt de gpx-viewer op onze smartphones ons in de richting van de Boulevard Indochine om vijfhonderd meter verderop het groen in te duiken. Drie snel op elkaar volgende parkjes verderop – waarvan het Parc de la Butte-du-Chapeau-Rouge een pareltje is – bereiken we de drukke Porte de Lilas,
We gaan er op zoek naar het piscine Georges-Vallerey, dat werd gebouwd naar aanleiding van de Olympische Spelen in 1924. Dit zwembad met een lengte van 50 meter was toen een van de allereerste olympische baden in Europa. De Amerikaan Johnny Weissmuller kroonde er zich tijdens de Spelen met drie gouden medailles tot de grote held van de zwemcompetitie. Na zijn topsportcarrière zou Weissmuller uitgroeien tot Hollywoodacteur als ‘Tarzan’. We hopen er dan ook op om in het spoor van Weissmuller wat baantjes te trekken, maar de renovatie voor de komende Spelen is op het moment van onze passage nog volop aan de gang. Zwemcompetities staan er deze zomer niet geprogrammeerd in het piscine Georges-Vallerey, dat wel als trainingscentrum voor zwemmers en triatleten fungeert.
Voorbij de Porte de Lilas slingert de GR 75 zich door enkele recentere woonwijken, al is een doortocht in een park nooit veraf. Een van de gezelligste passages volgt verderop in de wijk Charonne, net achter het Cimetière du Père-Lachaise. Het 13de-eeuwse kerkje en bescheiden bistrots in de geplaveide rue Saint-Blaise zorgen voor een gemoedelijk dorpsgevoel. Amper een paar straten verderop, in de buurt van de Porte de Montreuil, belanden we dan weer midden tussen Turkse winkeltjes en hangen de sjaals van onder meer Galatasaray aan de terrassen. Het contrast kan bijna niet groter, maar net dat fascineert onderweg op de GR 75.
Eddy Merckx achterna
Weer een heel ander stukje Parijs krijgen we voor de voeten op de Petite Ceinture, een tot wandelpad omgevormde spoorlijn. Na een kilometer in alle stilte steken we de phériperique over en toont het Bois de Vincennes zich in volle zon. Ooit was dit het jachtgebied van de Franse koningen, vandaag is dit stadspark het favoriete speelterrein van wandelaars en joggers. De GR 75 maakt er een romantisch lusje langs onder meer het Lac Daumesnil om uiteindelijk af te buigen naar een plek, waar we heel erg naar hebben uitgekeken: het Stade Vélodrome Jacques Anquetil, vroeger bekend als Vélodrome La Cipale.
Deze wielerbaan van gewapend beton dateert uit het eind van de 19de eeuw, waarna de velodroom tijdens de Olympische Spelen van 1900 als decor werd gebruikt voor zowel wielrennen, rugby, voetbal, cricket als gymnastiek. In de tweede helft van de 20ste eeuw evolueerde de velodroom tot heilige grond voor fans van Eddy Merckx. Tussen 1968 en 1974 eindigde de Tour de France zeven jaar op rij in La Cipale: vier keer won Merckx de slotrit en vijf keer mocht hij met de bloemen voor de eindzege zwaaien. Een herdenkingsbord of infopanelen over die grote sportmomenten staan er helaas niet in de dreef, die naar de velodroom leidt.
Maar dat deert ons niet. Vol enthousiasme stappen we richting velodroom om zelf het sportverleden op te waarderen en de legendarische wielerbaan te betreden. Helaas fluit de bewaker ons kordaat terug. Onze codewoorden ‘We zijn van Pasar’ maken helemaal geen indruk op de man. Zelfs na een meer gedetailleerde uitleg over onze olympische voettocht rond Parijs en telefoontjes naar tal van stadsdiensten mogen we er niet op. Een alternatief bezoek blijkt een lunch in het restaurant La Cipale, dat in het stadion aan de velodroom is gevestigd. Hou er wel rekening mee dat het restaurant alleen geopend is voor een lunch op weekdagen.
Stad in verandering
Eens we opnieuw binnen de périphérique van Parijs op wandel zijn, wacht er ons de ene na de andere uitnodigende plek. Zo is het heel aangenaam flaneren in en rond het Parc de Bercy, dat tot voor haar transformatie in de jaren negentig een immens wijndepot blijkt te zijn geweest. Vandaag vind je er tuinen, terrasjes en een shoppingcentrum. Op dagen dat er in het concertgebouw van Bercy geen optredens plaatsvinden, zijn het jonge skaters die in het park de show stelen. En dat is best straf om te observeren met welke smooth moves die jongens en meisjes zich toch keer op keer weer nipt weten staand te houden.
Vanuit het Parc de Bercy loopt ook een golvende voetgangersbrug over de Seine, die uitloopt op een Frans architecturaal en cultureel hoogtepunt: de Bibliothèque François Mitterrand met haar vier L-vormige torens, waarin miljoenen boeken en documenten worden bewaard. En bij hoge nood kun je er gratis naar het toilet of de smartphone even laten opladen…
Amper een kilometer verderop ligt een heel andere wijk, die met haar naam een plaatsje op dit olympische wandeltraject niet gestolen heeft: Les Olympiades. Dit is een stad in de stad, bestaand uit modernistische woontorens, een groot commercieel centrum en overwegend Aziatische restaurants. Alle torengebouwen in Les Olympiades zijn vernoemd naar steden waar in het verleden de Olympische Spelen hebben plaatsgevonden. En jawel, ook Antwerpen, gaststad in 1920 kreeg hier erkenning met de Tour Anvers. Aan Paris Expo, vlakbij metrohalte Porte de Versailles, eindigen we onze eerste dag stappen op de GR 75 met bijna 30 km in de benen.
Spelletje kaatsen?
De volgende ochtend pikken we het traject van de GR 75 weer op, waar we de avond voordien onze pauzeknop hebben ingedrukt. Algauw komen we terecht op een goed verborgen gedeelte van de Petite Ceinture, de voormalige spoorlijn die tot wandelpad is omgevormd. Opvallend is dat we er de enige buitenlandse bezoekers zijn, terwijl de Parijzenaars er hun toertje komen joggen of een wandelingetje met hun hond maken. Een aangename stop is Voie 15. Dit is een oud stationnetje dat als coworkspace en koffiebar een nieuwe bestemming heeft gekregen. Met ook nog eens sympathiek personeel en een uitnodigend terrasje is er even de overweging om ons hier voor veel langer dan een koffiepauze te installeren.
Toch blijft de motivatie groot om de GR75 helemaal af te stappen, want aan het eindpunt van de Petite Ceinture bereiken we een andere onderschatte plek in Parijs: het Parc André Citroën, waar medewerkers van de stedelijke groendienst alles in gereedheid brengen om tijdens de Olympische Spelen de bloemenperkjes in topvorm te presenteren. Een opmerkelijke attractie in het park is de Ballon de Paris Generali, die toelaat om de Franse hoofdstad op een hoogte van 150 meter te aanschouwen. Tegelijkertijd meet de ballon de verbeterde luchtkwaliteit in Parijs.
Als we het Parc André Citroën verlaten, steken we meteen de Seine over, waarna het ene na het andere legendarische sportstadion op ons pad komt. Het origineelste – en ook het gemakkelijkst en gratis toegankelijk – is Trinquet Chiquito de Cambo, waar tijdens de Olympische Spelen in 1924 de kaatscompetitie plaatsvond. Best verrassend maar kaatsen was toen een olympische discipline. Een eeuw later is het kaatsterrein nog steeds in gebruik. Vooral de Baskische gemeenschap in Parijs verzamelt er voor een partijtje kaatsen. En afgaand op de vele drank- en eetstandjes naast het terrein vinden er overduidelijk ook uitbundige feestjes plaats.
Voetbal of tennis?
Een paar minuutjes stappen van het Trinquet Chiquito de Cambo ligt een internationaal veel bekender sportstadion: het Parc des Princes, al vijftig jaar lang thuisbasis van voetbalploeg Paris Saint-German (PSG). De voorbije seizoenen trapte Mbappé zijn team hier meermaals naar de Franse titel, terwijl het in de Champions League maar niet wil lukken. Deze zomer vormt dit stadion dan weer het decor voor de finales van het olympisch voetbaltornooi. Voor fans vinden er jaar in jaar uit bijna dagelijks stadiontours plaats, zelfs ’s avonds zijn rondleidingen mogelijk door de loges, de vestiaires en de reservebank naast de grasmat.
Wij beperken ons bezoek aan het Parc des Princes tot een vluchtige passage door de fanshop van PSG, want er wacht ons driehonderd meter verderop een afspraak in de mythische tennistempel van Roland-Garros. Het hoogtepunt van dat bezoek is de passage door de tribune van de Court Philippe-Chartrier, het belangrijkste tennisterrein op de site van Roland-Garros. Het gravel betreden mag niet, maar als bezoeker kan je wel even op de voorste rij plaatsnemen. Pas daar ter plekke besef je hoeveel druk op de schouders van de spelers terechtkomt, als in de tribune 15.000 fans elke opslag en elke beweging nauwlettend in het oog houden. Een grappig onderdeel van de rondleiding is de passage door de persruimte, waar zelfs een korte persconferentie wordt georganiseerd. Zo mogen wij als reisjournalisten in een rollenspel met andere bezoekers plots vragen stellen aan een fictieve winnaar van Roland Garros. Als Belgische sportfan blijf je wel een beetje op je honger zitten, want op geen enkel moment tijdens de rondleiding horen we een verwijzing naar viervoudig winnares Justine Henin. Best verrassend is dat het bezoek aan Roland-Garros eindigt in de naburige Jardin des Serres d’Auteuil, waar zich midden tussen de exotische planten en kleurrijke bloemen sinds 2019 de Court Simonne-Mathieu ligt.
Groene long
Na de rondleiding in Roland-Garros en de Jardin des Serres d’Auteuil klimmen we richting Bois de Boulogne, de groene long van Parijs. De GR 75 doorkruist dit stadsbos over een lengte van 2 km, al kan je je hier met meer dan 35 km aan wandelpaden ook een volledige dag komen uitleven. Sommige Parijzenaars – en ook toeristen? – vinden in het Bois de Boulogne dan weer ontspanning in heel andere activiteiten. Dat blijkt als we aan het Croix-Catelan, het historische vertrekpunt van de olympische marathon van 1900, ons voorbereiden op een fotoshoot in loopoutfit. Als we ons snel even willen omkleden achter twee witte camionettes, blijken er in de voertuigen zowaar prostituees actief. In al onze onschuld hadden we daar geen rekening mee gehouden, wat voor een best gênant moment zorgt. Of hoe we door een zoektocht naar olympische sporen plots voor hete vuren komen te staan!
Eens uit het Bois de Boulogne blijft de GR 75 nog ruim 10 km lang parkjes en sportterreinen met elkaar verbinden om uiteindelijk na 50 km rond Parijs terug in het sfeervolle Parc de la Villette uit te komen. Tijdens dit finale gedeelte loopt het parcours van de GR 75 wel door minder boeiende wijken en langs drukkere verkeersassen, waardoor de laatste twee uur wandelen misschien wat kunnen vervelen. Los daarvan verdient de GR 75 volgens ons zowel het goud, het zilver en het brons tijdens een olympische citytrip naar Parijs.