groningen

Groningen vanuit de daktent

11 minuten leestijd

In het hoge noorden van Nederland, daar waar het land zich vrijpostig tegen Duitsland aanschurkt, herbergt de provincie Groningen meer dan één verrassing. De Waddenzee is er op haar puurst, om van het unieke wierdenlandschap nog maar te zwijgen. Wij trokken er naartoe met een daktent en modderbestendige schoenen. En dat bleek nodig…

reportage
  • Kamperen

Basiskamp voor onze Groningse verkenningstocht is Winsum, de dorpgeworden charme zelf. Tot midden 19de eeuw lag dit kleinood nog aan zee, maar door ijverige bedijking kwam het landinwaarts te liggen en vielen eb en vloed weg. De voormalige gemeentecamping werd er overgenomen door Robbert en Ruud. Twee jongens uit de buurt. Voor het gemak noemden ze hun restaurant dan ook maar zo. Hun vader Jaap, eveneens een jongen uit de buurt, leidt ons rond in het dorp. Hij is er merkbaar trots op. 

Inktpotten en stempelkussens

Loop je door de straten met postkaartallures, dan snap je wel waarom. Je zou zomaar in een Annie MG Schmidt verhaal terecht kunnen gekomen zijn. Of… een oorlogsroman. ‘Dat is De Boog’, zegt Jaap, terwijl hij wijst naar een welgevormde stenen brug over het Winsumerdiep. ‘Ze werd tijdens de oorlog door het Nederlandse leger opgeblazen, in een poging om de Duitsers tegen te houden. Heeft niet geholpen.’

De brug verbindt wat ooit twee dorpen waren: aan de ene kant het rijke Winsum, aan de andere kant Obergum dat met armoede kampte. Tegenwoordig gaan ze broederlijk door het leven als één dorp en is de brug heropgebouwd (en zijn de Duitsers nergens meer te bekennen, tenzij als toerist). 

Al wandelend toont Jaap de vele raamkozijnen waar antieke Talens schilder- en schrijfspullen zijn uitgestald: inktpotten, stempelkussens, prachtige oude schriften. Blijkt dat Marten Talens, die zijn bedrijf in 1899 begon, hier is geboren. De expo loopt doorheen het dorp, van woningen tot winkeletalages en de uitermate stemmige herberg De Gouden Karper.   

Bedstee voor veertien

Nadat we onbeschaamd in menig raamkozijn hebben gestaard, neemt Jaap ons mee naar het Kinderboekenhuis, een museum dat tot de nok gevuld is met oude kinderboeken. Het oudste is de poëziebundel Jantje zag eens pruimen hangen en dateert uit de jaren 1770. Valt ook op: een originele uitgave van Annie MG Schmidt’s Nieuwe impressies van een simpele ziel, uit 1951. De collectie bestaat uit ruim 30.000 Nederlandstalige kinderboeken en is daarmee een van de grootste van het land. 

Jannie, collega-dorpsgids van Jaap, opent voor ons de deur van een typische eenkamerwoonst zoals ze hier in de streek veel voorkwamen. Een gezin van dagloners met – hou je vast – 14 kinderen woonde hier. Slik. De bedstee ziet er wel heel gezellig uit. Hopelijk waren het smalle kinderen…

Als uitsmijter lopen we nog een stukje langs het beroemde Pieterpad, Nederlands bekendste langeafstandswandeling, die in het dorp passeert. Wie op dag 1 vertrekt in Pieterburen, arriveert 12 km later in Winsum, om zo weer verder te wandelen richting Groningen stad. De bodem van het slingerende pad is bedekt met schelpen. In plaats van naar Groningen, wandelen wij naar onze daktent.

Singing in the rain

Water is hier overal, het zou niet eens héél erg overdreven zijn om in Winsum een klein Venetië te zien. Ook de plaatselijke weermakers lijken dit thema nogal serieus te nemen: het regent honden, katten, pijpenstelen en ongetwijfeld nog een paar andere dingen. Na een overtuigend re-enactment van de beroemde Singing in the rain-scène, besluiten we het geplande boottochtje nog even uit te stellen. In plaats daarvan duiken we het Wierdenlandmuseum in het nabijgelegen dorpje Ezinge in. 

Daar wordt inzichtelijk uit de doeken gedaan hoe het precies zit met deze regio, die zo intiem verbonden is met de zee dat de mens er in de loop der eeuwen zeer bedreven in werd om zich te beschermen tegen het water. Gids Klaas Dijkstra leidt ons rond door dit boeiende archeologisch museum, dat focust op het ontstaan van het unieke landschap van de streek en hoe de mens het gaandeweg in cultuur bracht.

Wonderlijke wierden

Het was ons al opgevallen: overal waar je om je heen kijkt zijn er lichte verhogingen te zien. Het is geen vals plat en voor natuurlijke heuvels zijn ze te subtiel, deze wierden. Kunstmatige heuvels zijn het, legt Klaas uit, die door mensen werden aangelegd om droog en in leven te blijven in een landschap waar de zee altijd en overal een te duchten kracht was. Dorpjes werden er bovenop gebouwd, en ook koeien werden op de wierden geparkeerd. ‘Pas in de middeleeuwen werd er begonnen met het bedijken van polders, waardoor de wierden overbodig werden. De grond van de wierden werd gedeeltelijk afgegraven en afgevoerd naar regio’s als Drenthe, omdat daar nood was aan vruchtbare grond.’ 

Dat systematisch afgraven had als voordeel dat er heel wat archeologische vondsten werden gedaan. Voor de gegeerde grond werd verkocht aan streken met arme zandgrond, werd die namelijk onderzocht. De resultaten daarvan kan je zien in de zes Waddenmusea, waarvan dit Wierdenmuseum er eentje is. ‘Maar nog belangrijker is het wierdenlandschap buiten het museum te gaan bekijken’, aldus Klaas. Hij neemt ons mee naar de resten van een middeleeuws gehucht met kerkje en tuin op een van de oude wierden, op wandelafstand van het museum. Het doet geregeld dienst als filmlocatie, en zo ziet het er ook uit. Wat een teletijdmachine.

Sterren aan zee

Koen en Marije van Waddensky hadden ons beloofd om die nacht samen de sterrenhemel te ontcijferen. Maar helaas pindakaas: ook nu steekt het water - dat met bakken uit de lucht blijft vallen - er een stokje voor. Het noorden van Nederland is nochtans een uitgelezen plek om de Melkweg te zien, omwille van het feit dat hier veel minder lichtvervuiling is dan in de rest van het land. In het waddengebied kan je trouwens ook het noorderlicht zien, vertellen de twee sterrenkijkers met glinsterende ogen. 

Het lijkt ons geweldig om met hen en hun telescoop op stap te gaan onder de nachtelijke hemel. Maar dan moet die hemel wel stoppen met soppen. Koen vertelt ons een meeslepend verhaal voor het slapengaan, over sterren met Arabische namen, planeten met Latijnse namen en de Poolster die nooit van plaats verandert en altijd zichtbaar is, welk seizoen het ook is. Met een hoofd vol sterren kruipen we in onze tent, vastbesloten om terug te keren in minder regenachtige tijden. 

Sterren aan zee

waddensky

Koen en Marije van Waddensky hadden ons beloofd om die nacht samen de sterrenhemel te ontcijferen. Maar helaas pindakaas: ook nu steekt het water - dat met bakken uit de lucht blijft vallen - er een stokje voor. Het noorden van Nederland is nochtans een uitgelezen plek om de Melkweg te zien, omwille van het feit dat hier veel minder lichtvervuiling is dan in de rest van het land. In het waddengebied kan je trouwens ook het noorderlicht zien, vertellen de twee sterrenkijkers met glinsterende ogen. 

Het lijkt ons geweldig om met hen en hun telescoop op stap te gaan onder de nachtelijke hemel. Maar dan moet die hemel wel stoppen met soppen. Koen vertelt ons een meeslepend verhaal voor het slapengaan, over sterren met Arabische namen, planeten met Latijnse namen en de Poolster die nooit van plaats verandert en altijd zichtbaar is, welk seizoen het ook is. Met een hoofd vol sterren kruipen we in onze tent, vastbesloten om terug te keren in minder regenachtige tijden. 

Aan de rand van de wereld

‘Tja, het kan regenen, het kan dooien’, zegt wadloopgids Wim Spijk droogweg. Droog is alvast meer dan we van het weer kunnen zeggen. In café ’t Zielhoes, een goed bewaard gebleven sluiswachterhuisje, slaan we nog snel een kopje thee achterover. Verguld vergapen we ons aan het bloemetjesbehang, de oude foto’s van woeste zeebonken en de dikke tapijten op tafel. Hier dronken vissers hun eerste borrel na een verblijf op zee (en wellicht ook hun laatste voor ze vertrokken). Sfeervoller dan dit wordt het niet.

Noordpolderzijl is de noordelijkst gelegen getijdenhaven van het Nederlandse vasteland. En zo voelt het ook, aan de rand van de bewoonde wereld. Een stuk natuurgebied werd hier omgezet in cultuur door er polder van te maken: ‘landjepikken van de zee’ noemt Wim Spijk het. Zijl betekent sluis, legt hij uit, wat meteen het sluiswachterhuisje verklaart. Dat kwam er in 1811 omdat het water van de polder moest worden afgevoerd naar de Waddenzee. 

Wadlopen met Wim

We zijn hier omdat we zo meteen de modderige wadden te lijf zullen gaan. De dijk was vroeger veel lager, vertelt Wim, de sluiswachter kon vanop zijn dakterras de zee zien. We beklimmen de intussen flink verhoogde Ommelanderzeedijk en kijken ademloos uit over de waddenvlakte die zich aan onze voeten uitstrekt. Een woest, ongerept maanlandschap van slikken en schorren, van bewegende zandplaten. 

Het UNESCO Werelderfgoed van de Waddenzee is een uniek natuurgebied, dat zich alleen laat verkennen met iemand die het door en door kent. Eb en vloed wisselen elkaar elke zes uur af, waardoor het landschap voortdurend verandert. Wim wijst op planten, praat begeesterd over kwelders, geulen en prielen en voelt zich hier duidelijk in zijn element. 

Onderweg toont hij ons zee-alsem, een in Nederland zeldzame plant met trosvormige blaadjes. ‘Ruik er maar eens aan’, zegt hij, terwijl hij de blaadjes tussen zijn vingers wrijft. ‘Hier kan je absinth van maken. Een straf drankje. Vincent Van Gogh wist er alles van.’ We proeven ook heerlijk zilte zeekraal, onderwijl bijna kniediep door de modderige wadden sjokkend. Wadlopen vraagt een stuk meer energie dan wandelen op vaste grond, maar het is de inspanning dubbel en dik waard. Of hoe ploeteren soms meer is dan louter ploeteren…

Stokrozen en gamba’s

Tegen de avond fietsen we – zonder modderschoenen - van Winsum naar Garnwerd. Dat is een zes km verderop gelegen wierdedorp aan het Reitdiep, de oude waterverbinding tussen Groningen stad en Zoutkamp. Het is een prachtig bewaard gebleven dorpje, met overal stokrozen voor de huizen en een archetypische windmolen. Geen wonder dat dit een beschermd dorpsgezicht is. 

We dineren er bij café Hammingh, dat al bestaat sinds 1876 en nog steeds in hetzelfde elegante pand zit, pal op de dijk. Het restaurant heeft een terras aan het Reitdiep, maar nog mooier is de boomgaard achteraan. Daar zijn ’s zomers ook tentoonstellingen te zien van kunstenaars uit de omgeving. 

Gamba’s met zeekraal, schelvis uit Lauwersoog, langzaam gegaarde runderwang, maar evengoed spitskool met vadouvan kruiden: het menu is gevarieerd en fris. De kwaliteit van de ingrediënten, de uitstekende bereiding en de fijne bediening: dit is een plek om met stip te noteren.

Innig tevreden fietsen we terug langs de bewegwijzerde route naar Winsum, terwijl het avondlicht zich rozig uitstrekt over de velden. Het is amper te geloven maar… het regent niet.

Zeg nooit dorp tegen een dorp

‘Noem het zeker geen dorp, ze hebben stadsrechten gekregen in 1326’, werden we gewaarschuwd voor ons bezoek aan het pittoreske Appingedam. Groningen en Appingedam zijn de enige steden in de provincie. Die twee lagen altijd met elkaar overhoop, vertelt Henk Dijkstra, onze gids en een onuitputtelijke bron van verhalen over zijn thuisbasis. Het historische centrum is haast absurd charmant, en dus niet voor niets een beschermd stadsgezicht. 

Van het 17de eeuwse raadhuis wandelen we naar de Sint-Nicolaaskerk, die Maria inruilde voor Nicolaas, als patroonheilige van de zee wellicht net iets meer bevoegd om goddelijke bescherming te verlenen. Appingedam lag op de handelsroute met Duitsland en de Baltische Staten, zo legt Henk uit. Hout en graan kwamen binnen, laken ging buiten. Vandaar ook de Hangende Keukens waar het dorp, pardon, stadje, voor bekend staat. 

Keuken with a view

Het Damsterdiep vormde de verbinding tussen Groningen en de zee. Als haven was Appingedam een draaischijf van al die in- en uitgaande goederen die met de rest van Europa werden uitgewisseld. Met de komst van het Eemskanaal eind 19de eeuw verloren de pakhuizen hun functie, en werden ze omgevormd tot woonhuizen. De huidige ‘hangende’ keukens waren gewoon een manier om meer ruimte te creëren. Later die middag varen we er nog eens voorbij in een bootje om ze van dichtbij te bekijken. 

Henk neemt ons ook nog mee naar de synagoge. De eerste Joden kwamen hier aan rond 1750 uit Praag, waar op dat moment progroms bezig waren. Gaandeweg onstond er een bloeiende Joodse gemeenschap in Appingedam. Dankzij inspanningen van geëngageerde locals bleef de synagoge bewaard, al wordt ze momenteel vooral gebruikt als herdenkingsplek, aldus Henk. In het trottoir in de buurt werden struikelstenen verwerkt, ter herinnering aan de 76 Joodse inwoners die het leven lieten in de concentratiekampen van de Tweede Wereldoorlog.

Bij Paviljoen Overdiep stappen we in onze elektrische sloep om dat bekoorlijke Appingedam nog eens te verkennen vanop het water, zoals het hoort. Traag glijden we langs weelderig beplante oevers, bakstenen huizen en onder mooie bruggetjes door. Echte Damsters voor een dag. 

Nou breekt mijn klomp

Voor we onze daktent inpakken om huiswaarts te keren, gaan we nog even langs bij Johan, de kaasboer van Winsum. Hij heeft ons aan het begin van de week iets beloofd en we staan te popelen om hem aan die belofte te herinneren. Met een grijns van oor tot oor overhandigt hij ons de waren. Nee, geen kilo belegen kaas, hoewel dat ook niet mis was geweest. In plaats daarvan mogen we ons verkleden. Als kaasboer en –boerin. Nepvlechten en heuse klompen inbegrepen! Leuk volk, die noorderlingen.

5 x camperen in het Waddengebied

1. Camping Marenland
  • Winsumerdiep 6, 9951 CG Winsum
  • marenland.nl
  • Met stip onze favoriete camping om de provincie te verkennen. Troeven zijn uitstekende infrastructuur (er is zelfs een klimaatneutraal sanitair blok), voldoende ruimte en zeer behulpzaam personeel. En natuurlijk de ligging: pal aan het water van het Winsumerdiep en omgeven door groen. De camping verhuurt ook sloepen en kano’s.
2. Camping Reitdiep
  • Roodehaansterweg 9, 9963 TC Warfhuizen
  • campingreitdiep.nl 
  • Natuurcamping die tenten, campers en caravans verwelkomt. Wie graag licht reist, kan ook in een trekkershut of stacaravan terecht. Er worden bootjes verhuurd voor ontdekkingstochten op het water. En o ja, er zijn twee varkentjes.
3. Camping Maarlandhoeve
  • Havenweg 54, 9981 JR Uithuizen
  • maarlandhoeve.nl
  • Ook hier plaats voor zowel tenten als campers, en trekkershutten beschikbaar voor wie alleen met een slaapzak wil zeulen. De kanoplaats van de camping ligt in het Boterdiep en is een goed vertrekpunt om de omliggende maren te verkennen.
4. Camping Zuiderhorn
  • Onderdendamsterweg 2, 9989 TG Warffum
  • www.campingzuiderhorn.nl
  • Kleinschalige camping ten zuiden van het wierdedorp Warffum. Naast de usual kampeersuspects, heb je hier ook trekkershutten, strandhuisjes en zelfs een kampeervat (denk: een ton met twee bedden). En ook hier is een kanosteiger vanwaaruit je zo het Warfummer Maar inglijdt.
5. Basecamp Noordpolderzijl
  • Zijlweg 5, 9988 TD Usquert
  • grounded-expedities.nl/slapen-aan-het-wad
  • Met zes camperplekken en vijf tentplaatsen is dit een kleinschalige maar ontzettend knappe locatie om je spreekwoordelijke tenten op te slaan voor de nacht. Er zijn ook waddenhuisjes beschikbaar. Hier zit je pal met je neus op de Waddenzee en ook vlakbij de nieuwe nachttuin van Noordpolderzijl.

deel Artikel

Meer inspiratie

KZZ
reportage
Lees meer
  • Kamperen
Aan zee lijkt het ziekenhuis ver weg
Pasar Kamperen zonder zorgen
Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer