Charly de Kinderen

Rust & ruimte op de Kanaaleilanden

13 minuten leestijd

De Kanaaleilanden vormen een relatief onbekende, maar verrassend veelzijdige bestemming tussen Frankrijk en Engeland. Elk eiland heeft zijn eigen karakter, van de uitgestrekte stranden van Jersey tot de rustige, autovrije paden van Sark. Kom mee genieten van de unieke mix van natuur, historie en eenvoud die deze eilanden zo bijzonder maakt. 

reportage
  • Wandelen

Door de unieke ligging van de Kanaaleilanden heerst er een bijzonder microklimaat met milde winters en koele zomers. Bovendien liggen de eilanden ingeklemd tussen twee historische grootmachten, die doorheen de geschiedenis elk hun stempel hebben gedrukt op deze stukjes land. Maar vandaag zijn het autonome regio’s. In totaal zijn er vijf grotere eilanden, waarvan Guernsey en Jersey de bekendste zijn. Toch voel ik me vooral aangetrokken tot Sark, het derde grootste eiland, dat een bijzonder kenmerk heeft: het is volledig autovrij! 

sark

De ferry naar Sark

Mijn avontuur begint weliswaar op Guernsey, waar ik de ferry naar Sark neem. Terwijl we langs verlaten eilandjes varen, droom ik even weg bij het idee dat dolfijnen, die hier regelmatig gespot worden, naast ons opspringen. Helaas blijft hun gezelschap vandaag uit net als de schattige papegaaiduikers, maar dat doet niets af aan de charme van de tocht. We meren aan in het schilderachtige haventje van Sark, waar een vriendelijke man ons helpt om vanaf de deinende boot het vaste land te betreden.

Vanaf de haven is het een korte wandeling naar een klein cafeetje. Daar staan twee tractoren klaar, elk met enkele zitplaatsen achterop. Je hebt de keuze: of je maakt een stevige wandeling naar boven, of je laat je voor twee pond door een tractor naar de hoofdstraat rijden. De keus is snel gemaakt: ik vind het wel wat hebben en betaal met een glimlach voor dit bijzondere ritje.

Boven voelt het alsof ik in een andere wereld ben beland. De warme avondzon glinstert over het groene landschap, bezaaid met charmante huisjes. Familieleden staan de aankomende bootreizigers op te wachten op de heuvel, niet met de auto, maar te voet of op de fiets. Overal zie ik lachende gezichten en er heerst een vriendelijke rust. 

Ik raak in gesprek met een vrouw die net haar twee kinderen van de boot heeft opgehaald. Wat me direct opviel, was dat haar fiets niet op slot stond. ‘We doen hier nooit onze fietsen op slot, zelfs onze huizen niet’, vertelt ze me met een glimlach, alsof ik een domme vraag stel. Die gedachte maakt me tegelijkertijd blij en weemoedig. Blij dat zulke plekken nog bestaan, maar droevig omdat zo'n leven in Antwerpen, waar ik woon, een verre utopie lijkt. Na een korte wandeling door de hoofdstraat kom ik aan bij mijn Airbnb, waar ik hartelijk word ontvangen door een gepensioneerde dame. Ze verhuurt een deel van haar huisje om wat bij te verdienen.

Rondje op Sarkhenghe

De volgende ochtend overhandigt de vrouw me een wandelkaart en vertrek ik voor een rondje rond het eiland in dezelfde draairichting die de zon volgt, zodat het licht altijd goed op het landschap valt. Mijn eerste bestemming is Sarkhenge. Nee, dat is geen typfout, maar een miniatuurversie van het bekendere Stonehenge. De stenen hier reiken slechts tot kniehoogte, dus ik sta niet bepaald versteld van hun grootsheid, maar ze zijn hier niet zomaar geplaatst. Het uitzicht over de zee vanaf deze plek is adembenemend. De ochtendschijn die door de stenen valt, zorgt voor een spirituele sfeer. De QR-code die bij de stenen staat - en ook bij andere bezienswaardigheden op het eiland - voelt voor mij eerder als een misplaatste gimmick van onze moderne tijd. Het laatste wat ik hier wil doen, is mijn gsm erbij pakken. Deze plek vraagt juist om offline te zijn.

Na een tijdje vervolg ik mijn weg door de weiden, waar twee prachtige paarden staan te grazen. Omdat er geen auto's zijn op Sark, trekken zij de koetsen over het eiland. Terwijl ik verder daal richting de haven - de plek waar mijn avontuur op Sark begon - kom ik tot de conclusie dat verdwalen hier bijna onmogelijk is. De zee fungeert als een natuurlijke grens die je altijd helpt om te oriënteren. Rond het middaguur besluit ik terug te keren naar de hoofdstraat. Hoewel ‘hoofdstraat’ misschien een wat grootse term is voor een plek zonder verkeer en met slechts 600 inwoners, vind je er toch enkele winkeltjes en eetgelegenheden.

Ik plof neer op een terras en bestel iets te drinken. Terwijl ik om me heen kijk, geniet ik van het dorpsleven. Iedereen lijkt elkaar te kennen en groet elkaar vriendelijk. Het rustige, ontspannen ritme van het eiland begint mij in zijn greep te krijgen en ook ik begin al mensen te herkennen. 

Dark Sky Community

In de namiddag besluit ik de andere kant van het eiland te verkennen om La Coupée te bewonderen, een natuurlijke brug die twee delen van het eiland met elkaar verbindt. In sierlijke bochten slingert het pad zich over de smalle strook land, met aan weerszijden de zee. Het is zonder twijfel een van de meest fotogenieke hoogtepunten op Sark. Ik wil wachten om een paar wandelaars op de foto te krijgen, maar tot mijn verbazing - en in contrast met de drukte die ik van het vasteland gewend ben - kan je hier nog écht alleen zijn. Het wachten levert dus geen extra wandelaars op, maar het rustige moment voelt als een beloning op zich. Na een halfuur trek ik verder richting het uiterste puntje van Sark, op zoek naar de Venus Pool, een natuurlijke badplaats die alleen bij laagtij zichtbaar is.

Het internet is hier echt een dure bedoeling.  Roaming kost hier ongeveer 50 cent per MB, dus ik kan de exacte locatie niet opzoeken. Dat maakt me weinig uit: elke hoek van het eiland is een prachtig plaatje. Ik volg mijn intuïtie en kom iets later bij het Pilcher-monument, dat is opgericht ter nagedachtenis aan een Londense zakenman die hier op zee om het leven kwam. De trappen naast het monument leiden me naar Havre Gosselin, een klein haventje waar enkele zeilschepen voor anker liggen. Terwijl de zon langzaam ondergaat, zie ik de opvarenden op hun boten een toast uitbrengen op het leven. Ik zoek een rots op en geniet van de zonsondergang, die achter het naburige eiland Brecqhou verdwijnt.

De verwondering houdt daar niet op. Later op de avond beland ik in de Mermaid Tavern - een naam die meteen tot de verbeelding spreekt - waar ik tussen de locals neerstrijk voor een fletse pint. Terwijl de avondschemer valt, valt me iets op: er is hier geen straatverlichting. Hierdoor werd het eiland in 2011 uitgeroepen tot de allereerste Dark Sky Community. Als ik later terugwandel naar mijn verblijf, gebeurt dat onder een van de meest indrukwekkende sterrenhemels die ik ooit heb gezien. 

rr

Car free, care free

De volgende ochtend sluit ik mijn verblijf op Sark af en sta ik weer klaar om de ferry naar Guernsey te nemen. De zee is onrustig, en we mogen van geluk spreken dat de ferry vandaag vertrekt, want het gebeurt regelmatig dat de overtocht vanwege het weer wordt afgelast. In zo’n geval kan je verblijf hier zomaar ongewild verlengd worden. Maar eerlijk gezegd had ik dat niet erg gevonden; zelden heb ik zo’n rust ervaren als op dit eiland. Sark is zonder twijfel een unieke plek.

Als ik aankom in de haven van Guernsey en meteen weer moet opletten voor verkeer, voel ik al een steek van heimwee naar Sark. De woorden van de bewoners van Sark komen in me op: car free, care free. Geef ze eens ongelijk…

In Guernsey ga ik op zoek naar mijn volgende Airbnb. Deze keer verblijf ik bij een voormalige financieel broker, zoals de man zichzelf omschrijft. Hij heeft de bankenwereld achter zich gelaten en runt nu enkele gastenkamers. Zijn verschijning met grote roze overhemden en te lange chino’s die over de grond slepen, maakt me aanvankelijk wat achterdochtig, maar hij blijkt een ongelooflijk vriendelijke en hartelijke gastheer.

's Avonds verken ik St Peter Port, de grootste stad van Guernsey. Hier vind ik een keur aan restaurants, perfect om de avond in stijl af te sluiten en me voor te bereiden op het volgende hoofdstuk van mijn ontdekkingstocht over de Kanaaleilanden.

Sterren in het water

Mij werd verteld dat de zuidkant van Guernsey beroemd is om zijn imposante kliffen, terwijl de noordkant van het eiland eerder vlak is. Mijn dag begint dus in het zuiden bij de Bluebell Woods, een plek waarvan de naam mijn verbeelding prikkelt. Engelsen weten als geen ander hoe ze zulke magische namen moeten verzinnen. Het regenachtige weer zou normaal mijn humeur bederven, maar toch voel ik me hier juist op mijn plek. De vochtige lucht in dit bos dat bijna tropisch aanvoelt, is van de zuiverste soort. Via de Ozanne Steps daal ik af naar het water voor een verfrissende duik. 

Na mijn plons wandel ik verder richting Fermain Bay, waar ik mezelf trakteer op een warme koffie in het Beach Café. Weer opgewarmd volg ik het pad verder langs de kust naar Moulin Huet Bay, misschien wel een van de mooiste baaien van het eiland. Een local die ik op het strand ontmoet, vertelt me dat dit haar favoriete plek is. Ze vraagt me of ik ook al de mysterieuze lichtjes in het water al heb gezien? Verrast en zonder enig idee waar ze het over heeft, spreek ik af om diezelfde avond terug te komen om dit fenomeen met eigen ogen te aanschouwen.

In de tussentijd steek ik door naar Vazon Bay aan de westkant van het eiland. De Kanaaleilanden staan ook bekend om hun surfcultuur, dus ik hoop op goede condities om het water in te gaan. Helaas stelt de surfinstructrice me teleur; het schijnt dat de golven beter zijn in de herfst. Als koukleum bedank ik vriendelijk en vervolg mijn tocht noordwaarts.

Daar staan vele overblijfselen van de Duitse bezetting, een donkere periode die hier nog steeds levendig herinnerd wordt. De Kanaaleilanden waren het enige deel van de Britse eilanden dat door nazi-Duitsland werd bezet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hoewel deze geschiedenis belangrijk is, kies ik er vandaag voor om me te richten op de schoonheid van de natuur in plaats van deze zwarte bladzijde. Diezelfde avond, om 22:00 uur, spreek ik af in Fermain Bay voor het beloofde natuurspektakel. Ondanks het frisse water duiken we erin, en met elke zwemslag lijkt er een sterrenhemel om ons heen te ontstaan in het donkere water. Het voelt alsof ik zonet een Disney-film ben binnengezwommen. 

Rustig aan de kust: St Ouen’s Bay

Onder een strak schema neem ik de volgende dag de ferry naar Jersey, het grootste eiland van de Kanaaleilanden. Het weer is kil en met enige tegenzin neem ik afscheid van Guernsey. Het is al laat wanneer ik aankom in het drukke St Helier, dat aanvoelt als een miniatuurversie van Londen. Gelukkig ligt mijn volgende verblijfplaats iets verder weg, in het rustiger kustdorpje Saint Aubin, waar ik mijn avond afsluit met een lokale Griekse maaltijd.

De volgende ochtend begin ik mijn dag opnieuw in Saint Aubin, dit keer als startpunt voor een ontdekkingstocht rond het eiland, met de klok mee. Mijn eerste stop is St Brelade's Bay, waar vooral de St Brelade’s Parish Church en het omliggende kerkhof mijn aandacht trekken. De graven hier hebben een eeuwig uitzicht over de prachtige baai, wat iets sereens en bijna poëtisch heeft.

Vervolgens ga ik verder naar de vuurtoren van La Corbière, een plek met een disclaimer: de vuurtoren is alleen bereikbaar bij laagtij. Het is belangrijk om op tijd te zijn, maar vooral niet te laat, anders kom je vast te zitten op het kleine eilandje. De westkust van Jersey, met de uitgestrekte St Ouen's Bay, is één lange, uitgestrekte baai met een eindeloos wit zandstrand. Het moet wel de grootste baai zijn die ik ooit heb gezien.

Aan het einde van de baai stuit ik op Faulkner Fisheries, een restaurant waar lokale gerechten op de barbecue worden bereid zoals Jersey’s Sint-Jakobsschelpen. Het adembenemende uitzicht krijg je er gratis bij. Daarna volg ik de kustlijn verder naar het noorden en kom uit bij La Mare Wine Estate, een wijndomein omgeven door dure landhuizen doet vermoeden dat hiet ook voldoende rijkdom aanwezig is. De aparte eilanden staan ook wel bekend als belastingsparadijzen. 

Kastelen kijken in Mont Orgueil

Voor de laatste dag heb ik mijn zinnen gezet op Rozel Bay, een baai die volgens een local die ik gisteren sprak, de mooiste van het eiland zou zijn. Bij aankomst in het dorpje aan het haventje kan ik niet anders dan het daar volledig mee eens zijn. Het is wederom een pareltje van rust, omringd door een schilderachtig dorp dat bijna surrealistisch oogt.

Vanuit Rozel Bay reis ik zuidwaarts naar Mont Orgueil, een imposant middeleeuws kasteel dat hoog op een heuvel troont en uitkijkt over het dorpje Gorey en zijn baai. Hier besluit ik te genieten van een lunch in een restaurant dat bekendstaat om zijn zeevruchten. Ik bestel een zeevruchtenplateau dat letterlijk de oceaan op mijn bord brengt. De kleuren en smaken van het onderwaterleven zijn intens—verser dan dit krijg je het niet.

Het is de perfecte afsluiter van mijn reis, want niet veel later stap ik weer aan boord van de ferry richting St Malo, op weg terug naar het vaste Europese land. Terwijl ik over het water vaar, voelt het alsof ik uit een droom vertrek. Als ik nog een laatste keer achteromkijk en Jersey langzaam aan de horizon zie verdwijnen, lijkt het haast onwerkelijk dat dit eiland ooit bestond. Toch maakt het me gelukkig om te weten dat er nog zulke plaatsen zijn—rustige werelden, ver weg van de hectiek van het moderne leven. Ik weet zeker dat ik hier ooit zal terugkeren!

De Kanaaleilanden uitgelegd

  • Hoewel De Kanaaleilanden geografisch dicht bij Frankrijk liggen, maken ze geen deel uit van Frankrijk, noch van het Verenigd Koninkrijk. Ze vormen in plaats daarvan zogenaamde Crown Dependencies, wat betekent dat ze direct onder de Britse Kroon vallen, maar met een grote mate van zelfbestuur.
  • De Kanaaleilanden bestaan voornamelijk uit twee grotere entiteiten: het Bailiwick of Guernsey en het Bailiwick of Jersey. Beide hebben hun eigen regering, rechtssysteem en belastingbeleid. Hoewel de eilanden onder bescherming van de Britse Kroon staan, hebben ze geen vertegenwoordiging in het Britse parlement en voeren ze hun eigen interne zaken, zoals belastingen, gezondheidszorg en onderwijs, onafhankelijk uit.
  • De Britse Kroon is wel verantwoordelijk voor de buitenlandse betrekkingen en defensie van de eilanden. 
  • Een ander belangrijk aspect van hun status is dat de Kanaaleilanden nooit deel hebben uitgemaakt van de Europese Unie. Dit maakte de overgang tijdens de Brexit minder complex voor hen, aangezien ze altijd al een eigen handelspositie en relatie met de EU hebben gehad. 

Minder bekend, maar even mooi: Herm en Alderney

Naast de bekendere eilanden Jersey, Guernsey en Sark, hebben ook Herm en Alderney hun eigen unieke aantrekkingskracht. 

  • Herm is met slechts 60 inwoners het kleinste bewoonde eiland (2,5 km lang en 800 meter breed ). Dit maakt het perfect om te voet te verkennen. Auto’s en zelfs fietsen zijn hier verboden. Herm staat vooral bekend om zijn schitterende stranden. Shell Beach is een van de meest geliefde plekken, met zijn opvallend witte zand dat bestaat uit fijngemalen schelpen. Herm is een ideale dagtrip vanaf Guernsey.
  • Alderney is het vierde grootste eiland waarin de natuur een hoofdrol speelt. Ook hier vind je prachtige wandelpaden, dramatische kliffen en een rijke verscheidenheid aan wilde dieren. Zo is het een paradijs voor vogelliefhebbers en herbergt het een kolonie jan-van-genten en andere zeldzame vogelsoorten. 

De Kanaaleilanden… in cijfers

  1. De Kanaaleilanden bestaan uit meer dan 40 eilanden, maar slechts 5 daarvan zijn bewoond: Jersey, Guernsey, Sark, Alderney en Herm.
  2. Het hoogste punt van de Kanaaleilanden bevindt zich op Jersey, met een hoogte van 143 meter bij Les Platons.
  3. Jersey is het dichtstbevolkte eiland, met ongeveer 108.000 inwoners, terwijl Herm slechts zo'n 60 inwoners heeft.
  4. Jersey is het grootste eiland met een oppervlakte van 118,2 km², terwijl Herm het kleinste bewoonde eiland is, met slechts 2,5 km².
  5. De Kanaaleilanden genieten van gemiddeld 2000 zonuren per jaar, wat dankzij het microklimaat meer is dan de zuidkust van Engeland.
  6. De warmste maand op de Kanaaleilanden is meestal augustus, met gemiddelde temperaturen rond de 20°C.
  7. Jersey heeft een indrukwekkende kustlijn van 70 km, wat voor zo'n klein eiland een behoorlijk aantal kilometers aan stranden en kliffen betekent.

Hoe raak je overal?

Een eiland spreekt tot de verbeelding, maar er geraken is niet altijd eenvoudig en kan extra kosten met zich meebrengen. 

  • Met het vliegtuig kun je de Kanaaleilanden bereiken via een tussenstop in Londen. Ik koos ervoor om naar een parkeerplaats buiten Saint-Malo te rijden, waar de kosten ongeveer €3 per dag waren. Vanaf daar nam ik de fiets, die gratis mee mag op de ferry. Een enkele reis als voetpassagier met fiets kostte me rond de €50. Als ik mijn bestelwagen had meegenomen, zou dat ongeveer €250 hebben gekost. Een flink prijsverschil, vooral als je alleen reist en de ferry drie keer moet nemen. Ben je met een groep, dan kan een auto wel een praktische optie zijn.
  • Op de eilanden heb ik me per fiets verplaatst, wat goed te doen is, hoewel het terrein niet vlak is. Let wel, fietsen zijn niet toegestaan op de ferry naar Sark, maar je kan ter plaatse een fiets huren. De ferry van Guernsey naar Sark kostte ongeveer €50. Er is overigens geen rechtstreekse ferry van Jersey naar Sark, dus je moet via Guernsey reizen.
  • Zowel Guernsey als Jersey zijn vrij fietsvriendelijk, met bepaalde wegen waar het verkeer beperkt is tot 15 mijl per uur en waar fietsers voorrang hebben. Daarnaast beschikken beide eilanden over een uitstekend busnetwerk waarmee je gemakkelijk overal kunt komen.

deel Artikel

Meer inspiratie

tour de creme
actua
Lees meer
  • Wandelen
  • Fietsen
Provincie Vlaams-Brabant lanceert Tour de Crème
Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer