
Sidra met een ziel: de lekkerste cider uit Asturië
Vraag een Spanjaard waar de beste cider vandaan komt en de kans is groot dat hij naar het noorden wijst. Niet naar Baskenland of Galicië, maar naar Asturias: het ruige, groene kustgebied aan de Cantabrische Zee waar cider niet zomaar een drankje is, maar een levend stukje cultuur.
- Uitstappen en vakanties
- Eten & drinken
Hier drink je sidra natural, een troebele, droge cider met weinig bubbels en veel karakter. Gemaakt van lokale appels die eind september worden geoogst en spontaan fermenteren, zonder toegevoegde gisten of suiker. Je drinkt geen verfijnd aperitief, maar een stevig streekproduct dat perfect past bij het ruige noorden.
Meer dan schuim en spektakel
De beste plek om sidra te drinken is een sidrería, een traditionele ciderbar die je in elk dorp en elke stad aantreft. Ze zijn vaak eenvoudig, met houten tafels, open vaten, en een plakkerige vloer van jarenlange morspartijen. Want wie cider drinkt, morst. Dat hoort erbij.
De ober of escanciador schenkt de cider volgens een eeuwenoude traditie: de fles hoog boven het hoofd, het glas laag bij de knie, en gieten maar. Het moet in één dunne straal recht op de glaswand terechtkomen. Het doel? Zuurstof en bruis toevoegen, zodat de aroma’s tot leven komen. Je drinkt telkens een culín, een klein bodempje, in één keer op. Cider drink je hier altijd slok per slok, en liefst in goed gezelschap.
Een traditie met trots
In Asturië is cider geen bijzaak, maar een traditie met status. Elk jaar vinden er festivals en wedstrijden plaats in het inschenken, en sommige bars gebruiken zelfs een mechanisch pompsysteem dat de cider met kracht in je glas spuit. Handig, maar nooit zo charmant als een ober met vaste hand en scheve glimlach.
Waarom de cidercultuur zo sterk leeft? Omdat ze past bij het landschap, het eten en de trotse aard van de Asturiërs zelf. Cider hoort hier thuis, zoals de regen, de bergen en de geur van zee.