Rouen

Wandelen door de geschiedenis in Rouen

10 minuten leestijd

De hoofdstad van Normandië werd door de Romeinen gesticht op de rechteroever van de Seine. Rouen was in die tijd de op één na belangrijkste stad in Gallië. Vandaag draagt ze nog steeds de sporen van een rijk en soms gewelddadig verleden. Van de Noormannen via Jeanne d’Arc naar het huidige Rouen: hier is geschiedenis gemaakt.

reportage
  • Wandelen
Rouen

Liefhebbers van cultuur en geschiedenis vertellen we niks nieuws: Rouen is een topbestemming. De stad aan de Seine is bovendien niet al te ver weg en dat lokt behoorlijk wat landgenoten. Een (verlengd) weekend of langer, Rouen weet zijn bezoekers niet enkel te charmeren met zijn rijke geschiedenis maar ook met zijn restaurants, terrasjes, drukke winkelstraten én vriendelijke inwoners.

Voor deze wandeling door de middeleeuwen doen we beroep op een ervaren gids: we spreken af met kunst- en geschiedenisspecialist Quentin Bicheux op de Place du Vieux Marché. De ‘Oude Markt’ staat bekend om haar kleurrijke middeleeuwse gevels en aanlokkelijke terrasjes, maar ons enthousiasme wordt meteen getemperd. Quentin, met de glimlach: ‘Toegegeven, het ziet er allemaal geweldig uit maar, heel eerlijk? Dit is een decor voor de toeristen.’ Excuseer? Waarop hij nuanceert: ‘Het plein zag er oorspronkelijk helemaal anders uit en was ook veel kleiner. Hier stonden vroeger twee kerken en een markthal. Het was ook de plaats waar executies plaatsvonden, maar die gevels rondom ons? Die zijn heropgebouwd en aangebracht op veel recentere gebouwen; de meeste dateren uit de 20ste eeuw.’

De dood van Jeanne d’Arc

Ondanks het bedrieglijke uitzicht is het plein wel degelijk een cruciale historische plaats. Vooraleer we tot de essentie komen, overtuigt Quentin ons om de moderne kerk in het midden van het plein te bezoeken. We geven toe dat we de kerk nooit eerder bezochten omdat het weinig spannende exterieur in schril contrast staat met het ‘middeleeuws decor’. Quentin schudt begripvol het hoofd en toont bij het binnenwandelen van de kerk waarom we al die tijd ongelijk hadden. Twee zaken vallen meteen op: de metershoge glasramen en het golvende houten plafond. De dertien 16de-eeuwse gebrandschilderde en gevelhoge glasramen komen grotendeels uit de Saint-Vincentkerk die iets verderop stond en in 1944 werd vernield. Het bijzondere plafond lijkt op de gekantelde romp van een schip en geeft de kerk een uniek gevoel. Het is niet duidelijk of de architect bewust de link heeft willen liggen met een Vikingschip, want Rouen werd in een ver verleden nog bestuurd door een Viking, Rollo de Noorman. Wat wel vaststaat, is dat hier op 30 mei 1431 Jeanne d’Arc stierf op de brandstapel. De moderne kerk (1979) is dan ook naar haar vernoemd: L'église Sainte-Jeanne-d'Arc.

Quentin neemt ons vervolgens mee naar buiten en wijst de - vermoedelijk - exacte plaats aan waar de Franse heldin op zo’n vreselijke wijze het leven liet. Maar of dat ook zo was, betwijfelt hij sterk: ‘De brandstapel zoals we die kennen uit afbeeldingen en films stemt niet overeen met de realiteit. Jeanne d’Arc werd niet vanaf de voeten verbrand, maar werd tot haar middel omringd met houtbundels en stokken. Daardoor is het waarschijnlijker dat ze door koolmonoxidevergiftiging om het leven kwam.’ Quentin voegt er nog aan toe dat ze maar liefst drie keer werd verbrand. Na een derde verbranding werden de resterende beenderresten in de Seine gegooid om te vermijden dat er relieken zouden overblijven. Het was namelijk niet louter de bedoeling om haar te doden, maar ook om haar persoon definitief te wissen uit de geschiedenisboeken en het collectief geheugen. Daar bestaat een Latijnse term voor, komt huisfotograaf Tomas tussen: ‘Damnatio memoriae kan je vrij vertalen als ‘het vervloeken van de nagedachtenis’’. Quentin, bondig en ironisch: ‘Bon, dat is dus niet gelukt.’

We willen nog verder uitweiden over Jeanne d’Arc, maar we zijn na een klein uur ‘wandelen’ nog geen vijftig meter ver. Als je het volledige verhaal van Jeanne d’Arc wil horen, kan je naar de Historial Jeanne d’Arc. De Historial is een hightech belevenisparcours dat focust op haar proces en rehabilitatie, een geschiedenisles voor gevorderden zeg maar.

Schaapjes tellen

Onze volgende must-see ligt in de Rue du Gros-Horloge en ziet er - geheel voorspelbaar - uit als een grote klok. De gouden klok blinkt als nieuw, waardoor je haast zou vergeten dat ze dateert uit de 14de eeuw. Ze hangt in een perfect onderhouden renaissanceboog die de winkelstraat overspant en ze wordt druk gefotografeerd door jong en oud. Terecht, want niet enkel de klok zelf, maar het volledige gebouw waarin ze werd geplaatst is bijzonder fotogeniek. Het mechanisme dateert uit 1389, maar werd tijdens de jaren twintig van de vorige eeuw geëlektrificeerd. Opvallend: het horloge heeft slechts één wijzer en de uren worden aangeduid door 24 gouden zonnestralen. En nog een opvallend detail: de wijzer eindigt niet op een pijl, maar op een schaap dat het uur aanwijst. Ook de binnenkant van de boog is aangekleed met beelden van schapen in poses die weinig aan de verbeelding overlaten. Quentin geeft toe dat ze in Rouen niet altijd serieus zijn, maar ook humoristisch uit de hoek kunnen komen.

Claude Monet en de kathedraal

Als we de straat verder uitwandelen, doemt de kathedraal van Rouen op, voluit de Cathédrale Notre-Dame. Met een hoogte van 151 meter is het de hoogste kathedraal van Frankrijk en als we voor de indrukwekkende voorgevel staan, kunnen we ons niet van de indruk ontdoen dat dit ook wel eens de mooiste kathedraal van Frankrijk zou kunnen zijn. Quentin kent haar geschiedenis als geen ander en vuurt het ene weetje na het andere af. ‘De klokkentoren links? Je kan duidelijk zien dat er een stuk werd bijgebouwd. Toen de klokken werden geïnstalleerd, bleek de oorspronkelijke klokkentoren te klein. Daarom is er een ruimere klokkentoren bovenop gebouwd.’ Als je goed kijkt, zie je in de voorgevel de hele ontstaansgeschiedenis van de kathedraal. In 390 stond op deze plek al een basiliek en in 1063 werd hier een romaanse kerk ingewijd. Op die funderingen rust de huidige kathedraal, waarvan de bouw startte in de 13de eeuw en werd voltooid in de 16de eeuw. In de 19de eeuw werd ze gerestaureerd en kreeg ze de gietijzeren spits waardoor ze de hoogste kerk van Frankrijk werd. De details van de voorgevel zijn indrukwekkend, maar Quentin wijst erop dat we niet te nadrukkelijk naar symboliek, logica of verhaallijnen moeten zoeken. De grootse gevel had namelijk maar één doel: grandeur en rijkdom uitstralen.

De monumentale voorgevel van de kathedraal lokte menig schilder, ook de impressionist Claude Monet. Monet schilderde de kathedraal tientallen keren tussen 1892 en 1894. Altijd vanaf dezelfde plek, maar telkens anders omwille van lichtinval, seizoen... Quentin glundert als we hem vragen naar dé plek waar Monet zijn schildersezel installeerde; hij had die vraag duidelijk verwacht. Hij haalt een joekel van een sleutel boven en troont ons naar de eerste verdieping van het gebouw, een voormalige lingeriewinkel (nu het kantoor van Rouen Tourisme) van waaruit Monet vrij zicht had op de kathedraal. We begrijpen meteen waarom Monet bleef terugkomen naar deze mooie plek in de stad. 

De Zwarte Dood

Onze wandeling gaat verder via een van de smalste straatjes van de stad, om te eindigen op het plein voor de Saint-Macloukerk. De architectuur van deze kerk dwingt ons om omhoog te kijken. De kerk is een juweel van de flamboyante gotiek en is volgens Quentin de mooiste kerk van Rouen. Rond de kerk treffen we kleurrijke voorgevels en kromgetrokken houten huizen die wél authentiek blijken. Hier ben je in een van de oudste wijken van de stad, verduidelijkt Quentin. Op deze plek ligt een van de weinig nog bewaarde massagraven: het Aître Saint-Maclou. Toen de Zwarte Dood in de 14de eeuw Rouen bereikte, werd het kerkhof naast de kerk al snel te klein. Er werd een nieuwe begraafplaats aangelegd die na nieuwe epidemieën in de 15de en 16de eeuw opnieuw te klein werd. Er werd dan beslist om drie galerijen om het kerkhof heen te bouwen. De gebouwen werden vervolgens volgestouwd met de stoffelijke resten van de vroegere doden en die resten kon men zien vanaf het plein, vertelt Quentin. Alsof dat nog niet macaber genoeg was, werden de galerijen waar de beenderen werden gestapeld voorzien van macabere decoratie. Waarop Quentin een sculptuur aanduidt die vermoedelijk de danse macabre uitbeeldt. 

Van rechter- naar linkeroever

Op deze enge plek nemen we afscheid van Quentin en zetten we onze wandeling door het historisch centrum van Rouen verder. Het valt op dat alle bezienswaardigheden bijzonder dicht bij elkaar liggen. Het erfgoed schuilt letterlijk om elke hoek. Zelfs het station van Rouen is een historisch monument. Op onze 12 km lange wandelroute hebben we geprobeerd om alle must-sees in één wandellus aan elkaar te rijgen. Aan jou om te kiezen waar je pauzes inlast; aan terrasjes en musea alvast geen gebrek.

Een van de haltes die we vooraf op onze verlanglijst hadden gezet, is het Musée des Beaux-Arts. Goed om weten: het Museum van Schone Kunsten is net als alle andere musea in de stad gratis toegankelijk. Het museum heeft een gevarieerde vaste collectie met naast beeldhouwkunst behoorlijk wat schilderkunst uit de renaissance, maar ook werken van Caravaggio, Rubens, Velazquez en vele anderen. De afdeling impressionisme is goed vertegenwoordigd met werken van onder meer Monet, Sisley, Pissarro en Renoir. Hier hangt dan ook een van de werken uit de bekende kathedraalserie van Claude Monet. Olie op doek uit 1894. Indrukwekkend.

Onze wandeling leidt niet enkel door het historische hart van de stad, maar brengt ons ook naar de andere oever van de Seine. We bezoeken onder meer de Jardin des Plantes de Rouen ook wel de ‘botanische tuin van Frankrijk’ genoemd. Voor de liefhebbers: de tuin telt 5600 plantensoorten en is acht hectare groot. De collectie fuchsia’s omvat 991 soorten en variëteiten en behoren tot de ‘Nationale Collectie’ van Frankrijk.

Op de terugweg naar de oude stad wandelen we langs de groene gordel op de linkeroever van de Seine. Ligbedden nodigen uit om van hieruit naar de skyline te turen. Vanaf deze plek valt het pas echt op hoe compact Rouen met zijn vele torens is. We wandelen vervolgens terug naar het startpunt van onze wandeling, want behalve de kerk die aan Jeanne d’Arc werd gewijd is er een versmarkt waar je aan diverse kraampjes alle regionale producten, waaronder Normandische kazen en zeevruchten, kan kopen en proeven. We ronden onze wandeling dan ook af met de obligate degustatie van oesters uit de regio. Ja, ook dát is Rouen. 

Het verhaal van Jeanne d’Arc

Rouen

Jeanne d’Arc (1412-1431) werd geboren tijdens de Franse Burgeroorlog (1410-1435) en speelde een belangrijke rol in de Honderdjarige Oorlog tussen Engeland en Frankrijk (1337-1453). In haar visioenen werd ze aangespoord om Frankrijk van de Engelsen te bevrijden. Ze ‘luisterde’ onder meer naar de heilige Catharina en Margaretha en kreeg ook ‘orders’ van aartsengel Michaël. Toen ze amper 19 was, werd ze door een kerkelijke rechtbank veroordeeld tot de doodstraf. Ze stierf als ketter op de brandstapel, maar 25 jaar later sprak een nieuw proces haar over de hele lijn vrij. In 1456 werd ze officieel een martelares en in 1909 werd ze door de Rooms-Katholieke Kerk zalig verklaard en daarna, in 1920, heilig.

Wie meer wil weten over het leven, de processen en de veroordeling van Jeanne d’Arc kan naar het Historial Jeanne d’Arc. Dat is geen klassiek museum, maar een hightech parcours met o.m. 3D-mapping en projecties. Hoogst interessant maar lees je vooraf toch maar even in! 

historial-jeannedarc.fr

150 jaar impressionisme in 2024

De 5de editie van het festival ‘Normandie Impressioniste’ valt samen met de 150ste verjaardag van het impressionisme en de Olympische Spelen in Parijs. De organisatoren van het festival willen opnieuw de belangrijke impressionistische werken en hedendaagse werken samenbrengen in Rouen maar ook in Caen, Le Havre en uiteraard in Giverny, de thuisbasis van Monet. Het festival brengt los van de klassieke evenementen - zo’n 150 à 200 in totaal - ook twee Amerikaanse kunstenaars in beeld. In het Musée des Beaux-Arts wordt een grote tentoonstelling gewijd aan James Abbott McNeill Whistler. Onder invloed van Courbet en Manet deelt de Amerikaanse kunstenaar dezelfde fascinatie voor Japanse kunst als Claude Monet. De tweede kunstenaar is Robert Wilson, bekend als Bob Wilson. Hij zal een nieuwe dimensie geven aan de Cathédrale de lumière, de grote geluids- en lichtshow die elke zomer op de kathedraal van Rouen wordt geprojecteerd.

normandie-impressionniste.fr

Tien om te zien in Rouen

Rouen

Alle musea in Rouen mogen dan gratis zijn, de hele stad is een museum op zichzelf. Op deze wandellus van 12 km vind je alvast deze 10 must-visit’s terug:

  1. De Notre-Dame kathedraal vanwege de indrukwekkende voorgevel en interieur.
  2. Het Gros-Horloge in de gelijknamige drukke winkelstraat.
  3. De Sainte Jeanne d’Arc kerk, de plek waar Jeanne d’Arc op de brandstapel stierf.
  4. De Saint-Macloukerk in het oudste deel van de stad en volgens velen de mooiste kerk.
  5. De Historial Jeanne d’Arc. Betalend: 11 euro (standaardtarief, gesloten op maandag).
  6. Het Museum van Schone Kunsten: goed gedoseerde permanente collecties.
  7. De Abdijkerk van Saint-Ouen die door zijn omvang vaak verward wordt met de Notre-Dame kathedraal.
  8. Het Kasteel van Rouen waarvan enkel de donjon of ‘Toren van Jeanne d’Arc’ over is gebleven.
  9. Het Station Rouen-Rive-Droite, een monument historique sinds 1975.
  10. De Jardin des Plantes ook wel ‘de botanische tuin van Frankrijk’ genoemd.

visiterouen.com

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer