Je festivalgids voor de Internationale Fotobiënnale Oostende
Afgelopen weekend ging de tweede Internationale Fotobiënnale Oostende van start. Ruim dertig topfotografen exposeren op binnen- en buitenlocaties verspreid over de stad. Pasar-reporter Gert Corremans bezocht alle locaties en selecteerde 8 hoogtepunten.
(foto: Julia Fullerton-Batten)
Waar starten?
De hoofdexpo van de Internationale Fotobiënnale loopt in Fort Napoleon. Ook Mu.ZEE en het Ensorhuis richten een kleine foto-expo in. Drie monumenten openen speciaal voor het festival: de Anglicaanse kerk, het museumschip Amandine en de Peperbusse, een eeuwenoude alleenstaande kerktoren. Ze maken deel uit van het betalende binnenparcours. Koop je ticket online en start op de zeedijk bij de Nieuwe Gaanderijen, waar een overzicht van alle fotografen hangt. Je kan veel tijd winnen door te fietsen. De fiets mag mee op de overzetboot naar Fort Napoleon en de Oosteroever.
Wie zijn de 31 fotografen?
Op je wandel- of fietstocht door de stad duikel je alle donkere kamers van de fotografie binnen. Felle kleuren, pastel- of grijstinten, portretten of tableaux vivants, natuur of stillevens… de 32 deelnemende fotografen zijn uiterst divers. Wat ze gemeen hebben, is dat ze zich laten beïnvloeden door andere kunsten. Vooral door schilderkunst, maar ook door architectuur, film, mode of theater. Het menselijk lichaam komt even sculpturaal in beeld als bij de grootste beeldhouwers. En route!
Dé must-see: Julia Fullerton-Batten
Eerste aanrader: deze Duitse fotografe die al dertig jaar in Engeland woont. Haar expo in de Anglicaanse kerk overklast alle andere expo’s. De gewijde sfeer in de kerk versterkt de dramatiek van de foto’s, die scènes tonen die weggeplukt lijken uit films. De films bestaan alleen in haar verbeelding, tenzij Fullerton-Batten ze ook echt heeft gedraaid. Een verontrustende fotoreeks focust op wolfskinderen, die bij dieren opgroeiden zonder menselijk contact. Een andere reeks vertelt verhalen over de rivier Theems, van strandpret bij de Tower Bridge tot Shakespeare’s Ophelia, die in een zijstroompje verdronk.
De wereldster: Joel-Peter Witkin
Lijken, afgerukte ledematen en hoofden, schedels, dode dieren, naakten: de 83-jarige Amerikaanse topfotograaf Joël-Peter Witkin kijkt niet op een taboetje meer of minder. Of dat zijn foto’s schokkend maakt? Daarvoor zijn ze te complex. De macabere arm of schedel is slechts een element in een minutieus samengesteld stilleven of tableau vivant. Witkin verwijst naar meesterwerken uit de schilderkunst, circus en cabaret, politieke thema’s, historische gebeurtenissen.
Zijn werk komt minder tot zijn recht in Fort Napoleon dan bij Galerie Papillon, waar hij onder meer nieuwe foto’s over de zee voorstelt. Op The Raft of George W. Bush zie je de voormalige Amerikaanse president en zijn entourage op Het Vlot van de Medusa, het beroemde schilderij van Géricault.
Bij Galerie Papillon kan je ook weelderige, barokke tableaux vivants van Bart Ramakers bewonderen, vaak met sensuele naakten in de hoofdrol. Zijn werk sluit mooi aan bij Witkin.
De beeldhouwer: Olivier Valsecchi
Op de fotobiënnale is onbeschroomd veel naakt te zien. Dat is onder meer te danken aan de Franse fotograaf Olivier Valsecchi, een wereldtopper in de hedendaagse naaktfotografie. Hij benadert het menselijk lichaam als een beeldhouwer en laat zijn modellen poses aannemen waarvan Rodin niet had durven te dromen. Niet omdat ze gewaagd zijn, maar omdat ze de zwaartekracht tarten. Valsecchi is dé eyeopener in Fort Napoleon, samen met Jenny Imker.
De reizigster: Jenny Ymker
Deze Nederlandse fotografe tovert een glimlach op je gezicht met haar typetje, dat ze de wereld laat rondreizen. Het is Ymker zelf die in de huid van het typetje kruipt, een dame in een klassieke jurk met een reiskoffer. Of ze nu opduikt in een bos, een akker of een klaprozenveld, ze lijkt altijd verdwaald, maar dankzij haar fantasie zet ze de wereld naar haar hand en verandert iedere plek in een sprookjesdecor. Ymker is zowel in Fort Napoleon als in het Koningspark te zien.
De heler-fotograaf: Neoza Goffin
Spring zeker binnen bij de zes deelnemende kunstgaleries. Met wat geluk kan je er een praatje slaan met de fotograaf die exposeert. Galerie A Horse with no Name (Leopoldplein) toont werk van zes jonge Belgische fotografen. Uitgekeken op Barbieroze? Ga dan voor lila met Neoza Goffin. Goffin is niet alleen fotografe, ze is een helend kunstenaar die fotografie, mode en welzijn met elkaar verbindt. Haar reeks Lilac Diversity ontstond tijdens sessies rond body-positivity, intimiteit en inclusiviteit. Jonge en oude mensen, met uiteenlopende lichaamstypes, poseren naakt in lila bodypaint, de kleur die spirituele kracht uitstraalt.
Kleurrijk engagement: Rami Hara
In de galeries vertellen de uitbaters graag over de exposerende fotograaf. Bij OEVER.GALLERY. kan je zelfs een drankje bestellen aan de bar. De kleurrijke foto’s zijn van Rami Hara, een Brusselse fotograaf met Somalische roots die het negatief imago van twee hoofddeksels bijstelt. De sluier herinnert hem aan de sterke persoonlijkheid van zijn moeder en de do-rag, die vaak met bendegeweld wordt geassocieerd, is ook een fashion statement voor modebewuste mannen. Wandel op de Oosteroever niet rechtstreeks naar Fort Napoleon, maar maak de omweg naar OEVER.GALLERY. In het parkje om de hoek neemt
Soo Burnell je mee naar de mooiste historische zwembaden. Haar kleurtinten en symmetrische beelden zouden mooi passen in een film van Wes Anderson.
Internationale Fotobiënnale Oostende, tot 12 november, 23 locaties in Oostende