Lichtgroen Lissabon

12 minuten leestijd

Felicitaties voor Lissabon, want de Portugese hoofdstad won de European Green Capital Award voor 2020. Redacteur Chris Van Minnebruggen onderzoekt hoe groen de stad is en ontdekt onderweg niet te missen adressen.

 

reportage
  • Uitstappen en vakanties
Lissabon

Met een ambitieus plan dat de leefbaarheid van de stad stevig moet opkrikken mag Lissabon zich in 2020 Groene hoofdstad van Europa noemen. Die weg is nog lang, maar als toerist kan je ook zelf keuzes maken. Want de kosmopolitische stad aan de Taag blijft een waanzinnig knappe citytrip waard.

Altijd weer kom je eerst terecht op de Praça do Comércio, het immense plein met zijn ruiterstandbeeld van koning José I, zijn triomfboog, zijn restaurants en terrassen aan de oever van de Taag. Thuis is de herfst uitgebroken. Hier flaneren toeristen in een heerlijk zonnetje, smartphonecamera in de aanslag voor een selfie.

In het nieuwe Lisboa Story Centre onder de arcaden krijg je een goed idee van de geschiedenis van Lissabon. Noem het de canon van de stad, want ensceneringen en verhalen zingen de glorie van stad en land die dankzij de ontdekkingsreizen en de handel in specerijen onnoemelijk rijk zijn geworden. Tot het grote trauma van 1755, de dag van Allerheiligen. Terwijl zowat iedereen in de hoogmis zit, begint de aarde te beven. Kerken, huizen, hele wijken storten in. Duizenden vluchten richting Taag waar ze, als ratten in de val, een tsunami van jewelste over zich heen krijgen.

Enter de markies van Pombal die in geen tijd de stad heropbouwt. Ze zijn hem nog altijd dankbaar voor die Praça do Comércio en de Arco da Rua Augusta, de triomfboog die je laat genieten van een heerlijk panorama over het plein en de stad.

Wijs op wandel

Of hij ons het groene Lissabon kan tonen, vraag ik José Antunes van de Lisbon Walker. José organiseert themawandelingen en stadsspelen met een historische twist, dat maakt dat hij aardig kan improviseren. Maar voor een groene toer deinst hij terug: ‘De binnenstad is helemaal niet groen. En dat zal ze ook niet gauw worden.’ Als geroepen sukkelt een nagelnieuwe Ferrari stapvoets door een kasseistraatje. ‘Waanzin’, mompelt hij. ‘Dat krijg je in een lage emissiezone met te veel uitzonderingen. Wie er woont, mag met om het even welke wagen binnen.’

‘Nou ja, de Chiadowijk is altijd de duurste buurt van de stad geweest’, weet José. In de Rua Anchieta stappen we A Vida Portuguesa binnen. Een nostalgische parel, volgestouwd met authentieke producten. Van stoffen tot tandpasta, van schoolschriften tot tegels. ‘Een fijn idee, maar er zit ook een dubbelzinnig kantje aan’, vertelt José terwijl hij een ouderwets schoolboek vastneemt. ‘Veel van die spullen raakten in de vergetelheid na de val van dictator Salazar. Maar dit boek zou ik niet heruitgeven. Het staat bol van de ideologie van de dictator: trouw zweren aan de vlag, moeder aan de haard, gehoorzaamheid aan elke autoriteit. Niet meer van deze tijd.’

Nonnenbuiken met hemelspek

Als we verderop een oud klooster passeren vertelt José dat Lissabon ooit 144 kloosters telde. ‘De nonnen hadden eiwit nodig om hosties te maken en fris gewassen habijten te stijven. Met de dooiers bleven ze zitten. Zonde, dus creëerden ze allerlei gebakjes met religieus geïnspireerde namen.’ De pasteis de Belém kent iedereen, maar bij Pastelaria Alcõa in de Rua Garrett wijst hij naar nonnenbuiken, paradijseieren, godenlekkernij en hemelspek. Doe alsof je thuis bent en bestel mimos de freira, ovos do paraiso, manjar dos deuses en toucinho do céu.

Nog in de Rua Garrett is A Brasileira een toeristische knaller. Een dot van een koffiehuis uit 1905 met voor de deur een bronzen beeld van de grote Fernando Pessoa. ‘De schrijver-dichter bracht veel tijd door in cafés en kwam als een modernistische dandy voor de dag’, weet José. ‘Tot die tijd liep de stad in deze uithoek van Europa wat achterop. De modernisten brachten daar verandering in en de Rua Garrett werd de place-m’as-tu-vu bij uitstek. Zie je die winkel Paris em Lisboa? Daar kocht je kleren naar de laatste snit uit de lichtstad.’

We trekken naar de Barrio Alto, lange tijd de hipste buurt van de stad. ‘Omdat er zoveel restaurants en cafés zijn’, weet José. Hij heeft er een uitstekende verklaring voor. ‘Hier zaten de krantenredacties en journalisten, dat zijn doorgaans geen ochtendmensen. Een krant gaat ook ’s nachts in druk. Dus wordt er laat op de avond nog een hapje gegeten en nagekaart. Na de Anjerrevolutie en de afzetting van Salazar was het hek helemaal van de dam. De vrijheid die in de plaats kwam maakte het tot een artistieke, excentrieke buurt.’

Groene oases in de stad

José neemt afscheid en wijst ons de weg naar de Jardim do Principe Real. Ik plof er neer op een bank onder de reusachtige, eeuwenoude jeneverbesboom die schaduw biedt aan al wie even de tsunami aan indrukken op een rijtje wil zetten.

Maar als ik een plek mag kiezen waar ik echt wil genieten van wat groen, dan op de terrassen van het Castelo de São Jorge, het Sint-Joriskasteel. Ook een toeristische trekker, maar eenmaal binnen loop je niet zomaar langs de tien torens van de middeleeuwse burcht, er is ook een rondgang met bomen en planten en een magnifiek uitzicht over de stad. Bezoek de tentoonstelling in het kasteel en betaal een extraatje voor de camera obscura. Als het licht uitgaat, krijg je dankzij die simpele techniek een haarscherpe realtime voorstelling van de hele skyline van Lissabon.

Streetart in de e-tuk

Even schattig als ecologisch zijn de vaak stokoude elektrische trammetjes die de charme van Lissabon compleet maken. Net als de vele lijnbussen scheuren de wattmannen soms aan een rotvaart door de stad. En tussen al dat efficiënte openbaar vervoer wriemelen honderden tuk-tuks bergop, bergaf.

João Mota is blij dat we voor een ritje met zijn elektrische tuktuk hebben gekozen. ‘Voor jullie is het een stuk aangenamer en voor mij ook’, zegt hij. ‘Jullie hebben minder last van lawaai en ik moet niet de hele tijd roepen. Je bent ook een stuk milieuvriendelijker onderweg. Met één laadbeurt kan ik een hele dag aan de slag.’

João heeft een artistieke inborst en leeft op tijdens zijn streetarttour. Muurschilderingen denk je, maar João laat veel meer zien. Vhils is zijn favoriete kunstenaar. Aan het Largo das Olarias heeft die een prachtig vrouwengezicht in het stucwerk van een hagelwit appartementsblok uitgebeiteld. Ene Corleone schilderde fragmenten uit het grootse verleden van Lissabon op een wand. Ik zie een huis vol sprookjesfiguren en een heroïsch revolutionair vrouwenportret van Shepard Fairey. ‘Goed gedaan, maar er zitten foutjes in zijn verheerlijking van de Anjerrevolutie’, weet João. ‘Een communistenpet en een Kalasjnikov? Die kwamen er niet aan te pas.’ Zelf zijn we mateloos onder de indruk van het kleurenpalet waarmee een reusachtige Poseidon is geschilderd bij het treinstation van Santa Apolónia. Als kers op de taart toont hij ons nog de Vos in de prullenmand langs de Avenida 24 Julho, een werk van Bordalo II. Gemaakt van afval is het tegelijk een aanklacht tegen de wegwerpmaatschappij.

Voer voor kosmopolieten

We laten ons met de e-tuk afzetten voor de poort van LX Factory, de place to be als je wil proeven van het kosmopolitische, hedendaagse Lissabon. Het oude fabrieksterrein is helemaal ingepalmd door creatieve ondernemers en zindert uitgelaten tot diep in de nacht. Bij Veggie wave fiets je zelf een fruitige smoothie met chiazaad of gember bij elkaar. Organii zalft je met biocosmetica en bij Nea – ‘fashion with compassion’ – koop je veganistische schoenen. Ik spot een boekenwinkel, een hipsterkapper en een onvermijdelijke tattooshop onder een filmstudio. Er zijn co-working spaces, een massagesalon en een ‘ethische’ kunstgalerij. Verlies jezelf in een burlesque escaperoom of leer je opdoffen als een drag queen. Je kan het zo gek niet bedenken of het vindt een plek naast een marketingbureau of boekhoudkantoor.

Laat je dus niet tegenhouden en ga op verkenning. Maar vergeet zeker niet te nippen van een cocktail in de Rio Maravilha op de vierde verdieping. De eindeloze lijst traditionele cocktails laten we links liggen want op het dakterras voelen we de zevende hemel dichtbij met een alcoholvrije virgin mojito.

Smullen op de markt

Lissabon telt wel meer van die hippe plekken waar je lekker en gezond kan eten. In de Mercado Ribeira aan de Avenida 24 Julho is het avond aan avond druk. De overdekte markt is helemaal ingericht met eet- en drankstalletjes van internationaal pluimage. De bedoeling is dat je hier een gerecht bestelt, ginds een glas oppikt en nog elders een dessert scoort. En dan in internationaal gezelschap smullen aan lange tafels. Portugese kabeljauw, Japanse sushi, Duits bier, Iberische ham, Marokkaanse couscous. Je combineert naar hartenlust.

Wat rustiger en authentieker is de Mercado de Campo de Ourique aan de Rua Francisco Metrass. Helemaal opgeknapt en hagelwit geschilderd lijkt het wel nieuw. Aan de buitenkant kleine winkels, cafeetjes en ateliers, binnen nog een echte markt met lokale producten en opnieuw eetstalletjes naar hetzelfde concept. Hier zitten meer Portugezen aan de dis. Wij bestellen aan de Hummusbar een vegetarische shakshuka met feta. Ook voor vegetariërs en veganisten is Lissabon helemaal bij de tijd. Geen restaurant of ze hebben op zijn minst een paar gerechten naar ieders wens.

Zoevend naar Belém

Tania Caldas is trots op haar e-bike. Ze runt BikeIberia dat al twintig jaar fietsen verhuurt. 'Ik woon in de bovenstad en neem consequent de fiets, ook al moet ik na een hele dag stevig bergop. Sinds ik mijn e-bike heb, kom ik niet langer afgepeigerd thuis', lacht ze.

Ik vraag me af waarom al haar e-bikes tegelijk mountainbikes zijn. 'Heb je de stad al eens goed bekeken? Er zijn geen fietspaden. En dan die smalle kasseiwegen, dan heb je wel een robuust vehikel nodig. Neem het van me aan, wie hier woont fietst niet.'

Ze vertrouwt ons toe aan Macedonio voor een tocht naar Belém over de Poetry Bike Lane, de Poëziefietsroute van goed zeven kilometer lang. Op de grond, op muren staan gedichten en tekstfragmenten geschilderd en natuurlijk is Pessoa weer van de partij. Maar Macedonio doet meer dan de weg wijzen op dit ontspannen traject naast de Taag. Hij stopt bij het Santo Amarodok voor het beste zicht op de Ponte 25 de Abril. Zeventig meter hoog en meer dan drie kilometer lang lijkt ze als twee druppels water op de Golden Gate Bridge. Het verkeer boven ons maakt meer lawaai dan verwacht. ‘Omdat de auto's over een rooster rijden’, weet Macedonio. 'Dat moet om aardbevingen het hoofd te bieden. En wist je dat je alleen met de Lissabon-marathon te voet over de brug mag? Er zijn er die alleen daarvoor startgeld betalen. Aan de overkant stappen ze uit de race.'

We passeren het hypermoderne MAAT, het nieuwe museum voor kunst en architectuur, en laten dat contrasteren met de overdadige, typisch Portugese manuelstijl van het Jerónimoklooster. Om te eindigen bij twee iconen van de stad. Het Monument van de ontdekkingen, dat grootse beeldhouwwerk dat als de boeg van een schip bij de Taag staat. Op zijn flank een optocht van bezige personages aangevoerd door Hendrik de Zeevaarder. En iets verderop de Toren van Belém. 'Die stond vroeger midden in het water om al wie van buitenaf kwam welkom te heten', vertelt onze Mac. 'Het was wel een uitkijktoren, maar voor de verdediging van de haven had hij te veel tierelantijnen. Eigenlijk was het er Lissabon om te doen om te laten zien dat je een rijke, welvarende en zelfbewuste stad binnenkwam.'

Uitwaaien in het park

Spreek me van Monsanto en ik denk aan een producent van chemische rotzooi. In Lissabon denken ze aan het uitgestrekte Monsantopark buiten de stad. Zelfs al lopen er kriskras drukke wegen door, met zijn pijnboombossen, fiets- en wandelpaden, speeltuinen en recreatiezones blijft het de grootste groene long van de metropool.

Om een idee te krijgen lopen we van de rotonde van Cruz das Oliveiras naar de Miradouro Keil do Amaral. En ja, dit Monsanto nodigt uit tot wandelen, sporten en bewegen. Je kan de auto kwijt op ruime parkings, er is een busverbinding, de paden zijn bewegwijzerd. Grint en zand voor wandelaars en terreinfietsen, asfalt voor fietsers. Een skatepark, speeltuinen en een fitnessparcours. Wij voelen de hectiek van de stad van onze schouders vallen en kikkeren op van de wandeling. Ergens hamert een specht, weg van de snelweg.

Als we bij de miradour – het uitzichtpunt – aankomen kijken we nog een keer uit over Lissabon. Heel in de verte de Taag, daarvoor een hagelwit paleis met een rood dak. En nog dichterbij dat naar alle kanten uitdijende, diepgroene bladerdak. Uiteindelijk kleurt Lissabon toch nog groen.

deel Artikel

Word lid voor 39€

Op zoek naar kwalitatieve invulling van je vrije tijd?

Word lid van Pasar en ontdek een wereld vol boeiende activiteiten, inspirerende reizen en gezellige samenkomsten. Met Pasar geniet je van een gevarieerd aanbod aan uitstappen en evenementen, afgestemd op jouw interesses en wensen. Sluit je aan bij onze warme community en beleef onvergetelijke momenten samen met andere enthousiaste leden.

Ga voor de Pasar-pas!

lees meer