Pak je tijd in Denemarken

Een paspoort of identiteitskaart volstaat, je hebt geen visum nodig. Ook minderjarige kinderen moeten een eigen reisdocument kunnen voorleggen (Kids-ID).

Campers en caravans of aanhangwagens moeten afdoende verzekerd zijn. Een groene kaart kan dienen als bewijs (al is die niet verplicht).

• Een passend kinderzitje is vereist voor kinderen jonger dan drie jaar, een goedgekeurde, passend zitverhoger voor oudere kinderen die kleiner zijn dan 1,35 meter.
• Stijgend verkeer heeft voorrang op dalend verkeer op berg- en andere hellende wegen.
• Je dient te allen tijde met dim- of dagrijlicht aan te rijden, ook overdag.
• Gaat de fiets mee? In Denemarken ben je als fietser niet enkel verplicht om met je arm richting aan te geven, je moet ook duidelijk maken wanneer je gaat stoppen. Dat doe je door je linkerarm met vlakke hand uit te steken.
• Motorrijders mogen in een file niet tussen de rijstroken met langzaam rijdende of stilstaande voertuigen door rijden.
• Winterbanden zijn niet verplicht, maar wel aan te raden bij winterse omstandigheden.

In tegenstelling tot Noorwegen, Finland en Zweden kent Denemarken geen allemansrecht. Je kan dus niet zomaar je camper parkeren in de duinen of op een ander idyllisch plekje, hoe verleidelijk dat ook lijkt. Op stopplaatsen langs de snelweg mag je met je camper wel parkeren, maar niet kamperen.

Uitrusten is toegelaten, je tent, tafel en stoelen buitenzetten niet. Overnachten langs de openbare weg of op parkeerplaatsen evenmin. Een verkeersbord geeft dit aan. In de zomer bieden sommige steden en dorpen tegen betaling plaatsen voor campers aan. Informeer je bij de lokale toeristische dienst of check op de website van de Deense Campervereniging.

De Deense campings behoren tot de beste van Europa. De meeste bieden grote plaatsen en beschikken over een gemeenschappelijke keuken en een centrale barbecueplaats. Ze blinken uit in kindvriendelijkheid, met meestal een speeltuin, een typisch Deens springkussen (hoppepude) en ruime familiebadkamers met douches op kinderhoogte. Ongeveer negentig procent van de Deense campings laat campers toe, een overzicht vind je bij de Deense Campervereniging.

Hou er rekening mee dat je slechts op een beperkt aantal plekken propaangasflessen kan vullen. Een Camping Key Europe (CKE-kaart) is op veel campings een voorwaarde om er te kunnen camperen. Vraag je exemplaar aan via Pasar.

De wegen in Denemarken zijn tolvrij. Je betaalt enkel tol op twee bruggen: de Grote Beltbrug en de Sontbrug. De Grote Beltbrug (Storebæltsbroen) verbindt Funen met Seeland. Bestuurders met een camper hoger dan 2,7 meter moeten er steeds aanschuiven bij een bemande tolpoort, zelfs als hun camper uitgerust is met een tolbadge. De Sontbrug (Øresundsbroen) verbindt Denemarken en Zweden. Betalen kan cash in Deense kronen of euro’s (bij de Sontbrug ook met Zweedse kronen) en met krediet- of Maestrokaarten. Voor de Sontbrug kan je (minimaal 30 minuten op voorhand) een online ticket kopen.

Ook handig is EasyGo, een systeem waarmee je onder meer in Denemarken, Noorwegen en Zweden (met korting) kan betalen voor tolwegen, bruggen en veerponten. Naargelang de locatie wordt het systeem ook aangeduid onder de noemers Bizz, AutoBizz, BroBizz of AutoPASS. Het concept is simpel: je bevestigt een transponder aan je voorruit, een soort elektronisch kastje dat een signaal uitzendt wanneer je een tolpoort passeert. Door een koppeling met je kredietkaart betaal je automatisch, je moet dus niet stoppen. De transponder is te koop bij de meeste bruggen en veerdiensten of bij aanbieders als AutoPASS, BroBizz en Oresundsbron.

Kopenhagen, Frederiksberg, Aarhus, Odense en Aalborg beperken de toegang van bestelwagens en voertuigen met een maximaal toegestane massa hoger dan 3500 kilo die op diesel rijden. Grote campers en bussen op diesel mogen er enkel in als ze niet ouder dan 1 januari 2015 zijn, steeds met voorafgaande verplichte registratie. Is je voertuig ouder? Dan komt het er niet in, tenzij het een buitenlandse oldtimer is of uitgerust met een een roetfilter. Meer info op de website Miljoezoner.

• Autopech? Contacteer Falck (+45 70 10 20 30), de Deense Automobielclub FDM (+45 70 13 30 40 of +45 70 27 91 12) of Dansk Autohjælp (+45 70 10 80 90). Rijd je een (wild) dier aan, bel dan de landelijke dierenbescherming (1812).
• Voor informatie en ondersteuning kan je terecht bij de Belgische ambassade in Denemarken: Øster Allé 7, 2100 Kopenhagen. Telefoon: +45 35 250 200 (tijdens openingsuren), +45 35 250 204 (noodnummer buiten openingsuren) of +45 35 250 204 (consulaire afdeling). Mail: copenhagen@diplobel.fed.be
• Neem steeds een Europese ziekteverzekeringskaart mee (EZVK), aan te vragen bij je ziektefonds. Zo heb je recht op noodzakelijke medische zorg en weten ziekenhuizen, huisartsen, apothekers en zorgverleners dat de mutualiteit hun rekening betaalt. Neem best direct contact op met je mutualiteit via de noodcentrale in geval van ziekenhuisopname of wanneer je een specialist behoeft.
• Apotheken geven enkel geneesmiddelen op voorschrift van dokters uit Denemarken of een ander Scandinavisch land. Neem zelf de nodige geneesmiddelen mee. Voor geneesmiddelen die onder de Opiumwet vallen - bepaalde slaappillen, kalmeer- en ADHD-middelen en sterke pijnstillers - heb je een Schengenverklaring nodig.

• Let op teken tijdens het wandelen of kamperen in de natuur, vooral in de periode april tot november. Teken kunnen naast de ziekte van Lyme ook tekenencefalitis overbrengen, een hersenontsteking veroorzaakt door een virus. Je kan je ertegen laten vaccineren.
• Encefalitis kan ook worden overgedragen via rauwe melk van koeien, schapen of geiten. Vermijd producten van rauwe melk, zoals sommige kazen.
• Hondsdolheid komt voor op Groenland. Neem na een beet van een zoogdier (hond, kat, vleermuis, vos) onmiddellijk contact op met een arts.

Denemarken is hondvriendelijk. Op de meeste campings en in pretparken zijn aangelijnde honden welkom, in restaurant verschilt het van geval tot geval. Vanaf begin september tot eind maart mogen honden op openbare stranden vrij rondrennen. Vanaf begin april tot eind augustus moeten honden daar aangelijnd blijven. Er zijn speciale hondenstranden en losloopterreinen (hondeskovs).

• Je hond, kat of fret heeft een EU-dierenpaspoort nodig, verkrijgbaar bij de dierenarts. Dit paspoort bevat onder meer een beschrijving van het dier, de naam en het adres van de eigenaar, het registratienummer van de chip en het bewijs van inentingen of behandelingen.
• Honden en katten moeten ten minste 21 dagen voor de reis ingeënt zijn tegen hondsdolheid (rabiës). Let op: de chip moet vóór de inenting tegen rabiës zijn ingebracht. Op dezelfde dag mag ook. Omdat vaccinatie pas kan vanaf 12 weken, mag je dieren jonger dan 15 weken in de praktijk niet invoeren.

• Filo brasileiro’s, Argentijnse honden, Amerikaanse staffordshireterriërs, Amerikaanse buldogs, boerboels, kangals, Centraal-Aziatische , Kaukasische en Zuid-Russische owcharka’s, šarplaninacs en Tornjaks zijn verboden, tenzij je kan bewijzen dat de hond al voor 17 maart 2010 in je bezit was. In dat geval moeten ze in openbare ruimtes een gesloten muilkorf dragen en aan een korte lijn (maximaal twee meter) gehouden worden. Enkel op privéterrein mogen ze loslopen.
• Pitbulterriërs en tosa’s zijn onder alle omstandigheden verboden.
• Op doorreis mag je de verboden honden wel door Denemarken vervoeren. Enkel korte stops zijn dan toegestaan en je verblijf in Denemarken dient zo kort mogelijk te zijn.
• Voor alle honden geldt dat je ze verplicht dient te registreren als je langer dan vier weken in Denemarken blijft.
• Op de Faeröer, de eilanden Christiansø (bij Bornholm) en Livø (in Noord-Jutland) zijn honden niet toegelaten. Ook Groenland is streng: vóór vertrek dien je een invoerbewijs te regelen.

• Honden mogen overal in Denemarken op het openbaar vervoer. Kleine honden reizen in een tas gratis mee, grotere honden met een kinderkaartje. Treinen hebben hondencoupés.

Meer tips over reizen met een huisdier vind je bij het Nederlandse Landelijk InformatieCentrum Gezelschapsdieren (LICG).